De cholera keerde nog enkele malen terug. In 1849 was de volgende epidemie. Ook toen ontsprong St. Pancras de dans. In juni schreef het gemeentebestuur aan GS: Hierbij geven we U Ex. kennis dat na lang bevrijd te zijn gebleven van de cholera zich deze ziekte ook in onze gemeente heeft geopenbaard. Aan het eind van hetzelfde jaar werd dit gevolgd door bijzonder gelukkig waren we hier wat betreft de cholera. We hadden slechts drie Jigte gevallen. In de aangrenzende gemeente was de ziekte veel heviger. Vermoedelijk werd met de aangrenzende gemeente Koedijk bedoeld. Daar werden 95 personen door de cholera aangetast, waarvan 18 het niet overleefden. Het sterftecijfer in Koedijk was in 1849 dan ook bijzonder hoog: 51 van de ca 750 inwoners stierven, terwijl het gemiddeld aantal overlede nen in de voorgaande jaren 25 was. In St. Pancras overleden in 1849 11 van de ca 400 inwoners, dus ca 3 en tegen Koedijk met ca. 7 van de bevolking. In Alkmaar werden dat jaar 173 personen aangetast door de cholera en van hen overleden 84. Misschien hielden de Koedijker cijfers verband met hetgeen de regeerders van Koedijk enkele jaren achtereen vol trots meldden in hun gemeentelijke verslagen, waarin ook aandacht werd geschonken aan de gezondheidstoe stand en hetgeen daarmee verband hield. Steeds schreef men dan: Deze Gemeente wordt begrensd door een ruim en helder stroomend water, het Noordhollandsch Kanaal, terwijl zich aan de oostzijde van het dorp een helder en ruim vaarwater bevindt. De secreten bevinden zich aan het laatst genoemde vaarwater, terwijl de goten en riolen van particulieren zich daarin ontlasten Een volgend cholera jaar was 1866. Zodra men hoorde dat een nieuwe epidemie op komst was, werden maatre gelen getroffen. Het stadsbestuur van Alkmaar nam het voortouw: een gedeelte van het gasthuis werd ingericht voor de opvang van cholera- patienten uit Alkmaar en omgeving, 46

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1998 | | pagina 50