JfIk maar
:t'Xaeeffënschool
TOEZICHT
Waren de chirurgijns lange tijd alleen 'snijdokters' geweest en zaten ze met
de barbiers veelal in één en hetzelfde gilde, rond 1800 veranderde dit en
kreeg de chirurgijn of heelmeester een bredere opleiding.
In diezelfde tijd ging het Alkmaarse stadsbestuur meer aandacht schenken
aan de in de stad gevestigde geneesheren, heelmeesters, apothecars, vroed
vrouwen en vroedmeesters.
Er werd een commissie in het leven geroepen, die begiftigd werd met de
naam: Plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toevoorzigt te Alkmaar en
deze moest toezien op de handel en wandel der Alkmaarse geneesheren en
-vrouwen. Wanneer ze grove onkunde aan de dag legden, moesten ze door
de commissie op het matje worden geroepen en hadden ze maar te verschij
nen
Het leerlingwezen werd iets geregeld iemand, die heelmeester wilde worden,
kon bij een gevestigd heelmeester als leerjongen zich het vak eigen maken,
35
Eerst kadettenschool, later Centraal ziekenhuis, nu A.M.C.