nicht, zij heette eveneens Kooy en op hun beurt waren ze ook nog familie van mijn compagnon Jaap Kooy. In Jaap Kooy had ik een bijzonder goede leermeester, die dorp en bewoners kende als zijn broekzak, steeds de juiste toon wist te treffen en overal met open armen werd ontvangen. Met recht iemand waaraan je met plezier en weemoed terugdenkt Het waren goede jaren met veel prettige dingen. Maar ook de droeve kanten van het leven kwamen er in voor Zeer plotseling overleed de moeder van een nog betrekkelijk jong gezin In Friesland maakte ik op twee scholen mee dat er enkele kinderen overleden aan difterie, een keelziekte die vlak na de oorlog nogal eens heerste. Hier overleden enkele oud-leerlingen Maar ook enkele nog schoolgaande Aart den Hartigh, een kleinzoon van het bovengenoemde bestuurslid Aart Schuur, toen hij bij me in de klas zat Hij leed aan leukaemie Ter gelegenheid van de Hervormingsdag, die in de vijftiger jaren nog enigs zins werd gevierd kregen de kinderen eens een plaat, waarop een Oosterse herder was afgebeeld, die een schaap op zijn schouder droeg De plaat ver wees naar de Bijbelse gelijkenis van het verloren schaap Aart had ook zo'n plaat gekregen en deze hing bij zijn bed in het Amster damse ziekenhuis Ontroerend was het om uit zijn mond te horen: Dat schaapje ben ik en zo draagt de Goede herder mij straks ook naar huis. Kerst 1953 werd hij begraven. Drie jaar later overleed, na een korte ziekte, een heel zacht en beminnelijk kind, Greetje Rozing Het lijkt wel eens of God zijn liefste kinderen vroeg bij Zich wil roepen. AB 165

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1998 | | pagina 169