"Veel zakgeld kreeg ik niet" vertelde Klaas, "één kwartje in de week. Pas
toen ik verloofd was, kreeg ik per week één gulden
Met genoemde Jaap Dirkmaat, een tuinder uit Broek die letterlijk en figuur
lijk goed had geboerd, deed Bram wel vaker zaken. Voor hem bouwde hij de
vier dubbele woningen, die nu nog aan de noordzijde van de Kerkelaan staan.
Elders in het dorp heeft hij ook voor Dirkmaat gebouwd, die hierin een soort
belegging zag.
Wel was en bleef het gedurende de crisisjaren nodig om alle zeilen bij de
mast te zetten. Vaak moest er met geleend geld worden gewerkt. Om ar
beidskosten te besparen was het nodig om, zodra weer een van de jongens
had voldaan aan de leerplicht (of nog net niet helemaal), deze in het bedrijf
op te nemen.
Dit bracht hem wel eens in aanvaring met het hoofd van de school. Een kind
was toen namelijk leerplichtvrij aan het eind van het schooljaar, waarin het de
twaalfjarige leeftijd had bereikt.
Veel dorpsscholen waren toen zgn. 'aprilscholen'. Met ingang van 1 april
begon het nieuwe schooljaar. In de praktijk betekende dit dat een kind dat op
31 maart 12 jaar werd, van school af mocht. Een ander kind, dat net één dag
later was geboren, mocht de school niet verlaten en moest nog een geheel
jaar de school blijven bezoeken.
Maar - had Bram uitgevonden - in Alkmaar heb je september scholen. Daar
gold dus, dat degeen die voor 1 september 12 jaar werd, per 31 augustus
van school mocht. Dus liet hij wel eens een van de 'jonge mannen over
schrijven naar een Alkmaar se school
Een andere markante woning, die Bram bouwde, was 't Haventje. Dit zette
hij voor Cornelis Kloosterboer Pzn, die samen met zijn broer Jan een aardap
pel- en groentegroothandel had.
Een zuster van deze 'Kloosterboeren' trouwde met een Hendrikse uit Castri-
cum Met hem onderhield Bram ook goede betrekkingen. Toen een broer van
deze Hendrikse een stal nodig had, werd Bram gevraagd om die, onder de
rook van Amsterdam, te bouwen.
En dit bezorgde Bram weer nieuw werk.
103
