-169-
In 1870 wilde Oudorp de Munnikenweg verbeteren en diende
hiervoor een subsidie-aanvraag bij de Provincie in, de
nabuurgemeenten vragend deze aanvraag te willen onder
steunen
Pancras' burgemeester P. Nobel reageerde met: Op zich is
de verbetering van de Munnikenweg een goede zaak, maar
zonder de verharding van de weg door de Nollen is het
onzin en daarom steunt St.Pancras deze subsidieaanvraag
niet, integendeel, het adviseert G.S. om het in deze vorm
niet toe te staan.
G. S. zegde evenwel een subsidie toe.
Vervolgens vroeg Oudorp subsidie aan voor verharding van
dat deel van de weg door de Nollen dat binnen Oudorps
grenzen lag. (van de Halvemaansbrug tot even voor de
overweg) en adviseerde St.Pancras en Koedijk hetzelfde te
doen voor hun gedeelte Bovenweg.
Het is niet onmogelijk dat Oudorp een 'geheime' suggestie
van G.S. bereikte om te beginnen met de verharding van de
Bovenweg en de beide andere gemeenten daarvoor ook op te
warmen
Door Oudorp hiertoe aangezet, werd een kostenbegroting
voor de verharding van de Bovenweg van N.H. kerk tot 'het
laantje van Metselaar' gemaakt en vervolgens werden de
subsidie aanvragen verstuurd.
De Provincie beloofde onmiddellijk 20 van de kosten te
betalen en deed zelfs de gedachte aan de hand van een nog
vlottere verbinding met Alkmaar via via de Hoornse weg.
(Deze (nu weer afgesloten) weg was in die tijd erg slecht
en gevaarlijk. Op Alkmaar rustte de onderhoudsplicht,
maar ondanks herhaalde pogingen van G.S. weigerde Alkmaar
de weg te verbeteren
3 jan. 1871 werd verharding van de gehele weg door de
Nollen, vanaf de gemeentegrens van Oudorp tot even voor
bij de inrijdam van burgemeester P.Nobel, in de herberg
van S. Lek aanbesteed, (lengte 2090 meter)
De weg moest over een breedte van ca 3 meter worden be
straatNaast dit harde weggedeelte bleef er nog een
onverhard gedeelte over) en langs de weg moest aan weers
zijden een flinke afwateringsgreppel komen, tenzij er
een inrit was