-84-
het tuinpad, dat aan weerszijden hoge, bloeiende strui
ken had en daarna via het boslaantje naar het pavil
joen, waar wij beiden werkten.
Het eerste waar hij om vroeg was een petDie hadden
we genoeg in huis. Terwijl we nog overlegden, wat er
moest gebeuren, rammelden de S.S.ers reeds aan de
voordeur en begonnen er tegelijk tegen aan te schop
pen. Ik ging gauw door de tuin naar de fietsenschuur
pakte mijn fiets en reed langs het kerkhof naar een
klein poortje, dat op de heide uitkwam. Daar was Joop
reeds heen gerend en wachtte vol ongeduld op mijn
komst. Hij sprong achterop en veilig kwamen we op zijn
schuiladres, een pastorie, aan.
Later kwam ook de rest van zijn gezin daar, met kin
derwagen en al
Eens werd me een kistje toevertrouwd waarin wat stem
pels zaten om valse papieren te maken, zoals stempels
van de Ortskommandant benodigd voor ausweisen e.d. Dit
gevaarlijke spul moest ik afleveren bij de familie Van
Andeldie het na ontvangst opborgen in de beukenheg.
De heer J. van Andel was een broer van ds Th.H.H. van
Andel, die in ons dorp predikant is geweest. Hun ou
ders woonden in een gedeelte van Tonny Booy haar huis.
J. van Andel werd later rechter in Arnhem. In de win
ter, toen de meeste bladeren van de bomen waren, werd
het kistje door de Duitsers gevonden. De familie Van
Andel was toen al lang ondergedoken.
Zo waren er steeds momenten, dat je in doodsangst zat
en steeds liep het goed af. Onze gehele groep heeft de
oorlog ongeschonden overleefd.
Op zondag 17 sept1944 moesten we met zijn vieren
naar Hattum om daar bonkaarten te halen. Wij kochten
een kaartje naar Ede-WageningenVandaar uit namen we
kaartje naar Arnhem en vervolgens een naar Hattum. Dit
werd steeds door een ander persoon gekocht, vanwege de
misleiding in geval van nood.
't Huis waar we moesten wezen, lag aan de spoorlijn,
bij het station. De bonkaarten verstopten we in onze
jarretelle-gordels, die van een voering waren voor
zien