-80-
Jan Meereboer was, in ieder geval aanvankelijk, Duits
gezind maar deed ontzettend veel goed. Veel honger-
trekkers wisten hem te vinden. Ze mochten in zijn boet
slapen, de mannen boven, de vrouwen beneden. Maar
eerst kregen ze een snee brood,(hij teelde zelf tarwe)
en een halve bus melk.
Jan van Horick, die als weigeraar van de Arbeidsdienst
bij hem onderdook, weet zich enkele bijzondere geval
len te herinneren. Ene mijnheer Den Uil, een lange ma
gere man mocht bij Meereboer in huis slapen. De vol
gende dag miste mevrouw Meereboer haar geldboekje. Den
Uil was reeds 's morgens om vijf uur vertrokken. Dus
hij werd verdacht
Jan moest hem op de fiets achterna.Bij Castricum haal
de hij hem in. Bij de politie van Castricum deed Jan
zijn verhaal en dit had tot gevolg, dat mijnheer Den
Uil werd opgesloten in de cel van het oude gemeente
huis van St.Pancras.
Toen ontdekte de familie Meereboer dat hun geldboekje
ergens tussen was gevallen. Den Uil werd onmiddellijk
vrij gelaten en door Meereboer zo goed mogelijk scha
deloos gesteld en terug naar Castricum gebracht
Ook kwam daar eens een man zonder voeten. Hij zat op
een handkar en werd door familieleden voortgeduwd. Ze
kwamen uit Haarlem en wilden naar Hoorn.
De volgende dag moest Meereboer, die ook transportwerk
voor derden verrichtte, naar Hoogkarspel om een vracht
appels te halen die waren toegewezen aan enkele hande
laars uit de buurtMet handkar en al werden de Haar
lemmers op de wagen geladen en meegenomen naar Hoog
karspel. Bij het afscheid had Meereboer tranen in de
ogen en drukte de man f 100,-- in zijn handen.
Die winter kwam bij de meeste Pancrassers nog wel
genoeg op tafel, bij een enkeling niet. De Wognums
kenden zo'n gezin. Om enige hulp te bieden namen ze
een jongetje uit dat gezin bij zich in huis. Enkele
weken later arriveerde hier een stel hongerkinderen'
uit de grote steden en daarvan zouden er ook één of
twee bij de familie Wognum komen. Deze concurrentie
stond hun eerste gast maar slecht aan, getuige zijn
opmerking: "Maar oom Andries, ik ben hier toch al de
werkman