-29-
schrijven, öf aan zijn ouders, öf aan zijn verloofde.
Tussen de regels kon wel worden gelezen, dat hij het
slecht had. Ca. drie maanden voor zijn dood werd zijn
laatste brief ontvangen.
In bedekte termen schreef hij daarin dat het erg
slecht met hem ging.
Omdat zijn ouders voelden dat ze onder verdenking
stonden vanwege hun politieke overtuiging, durfden ze
zijn brieven niet te bewaren maar werden deze al gauw
na ontvangst verbrand.
In juni 1943 is Remmert in Buchenwalde overleden.
Ongeveer twee maanden later kreeg de familie hiervan
bericht via het gemeentehuis van St.Pancras.
Van het Nederlandse Rode Kruis kreeg mevrouw Barten
pas in 1949 te horen dat haar man op 8 november 1942
naar kamp Amersfoort was gebracht. Daar bleef hij tot
4 april 1943 Toen werd hij naar het concentratiekamp
te Vught getransporteerd en op 6 september 1944 (dus
bij de nadering van de geallieerde troepen,5 septem
ber was dolle dinsdag) ging hij naar het concentratie
kamp Sachsenhausen
Daar is hij ook niet gebleven, later werd hij vastge
houden in Neuengamme
Voorzover na de oorlog nog viel na te gaan is hij
tussen 16 maart en 3 mei 1945 overleden. Dit laatste
kon eerst in oktober 1951 aan zijn familie worden
bericht
De eerste na-oorlogse jaren zijn voor mevrouw Barten
eenzaam en zwaar geweest. Financieel had ze het ont
zettend moeilijk. Vermoedelijk omdat aanvankelijk het
'linkse' verzet in een minder goede reuk stond. Geluk
kig dat dit veranderde. Later kreeg zij ondersteuning
van de "Stichting 1940-1945".
Omstreeks 19 7 3 kwam mevrouw Barten aan de Sperwer te
St.Pancras wonen en hoewel haar gezichtsvermogens
minder werden, was deze periode voor haar weer iets
gelukkiger
(mededelingen van Charles Barten. en Klaas van Graft.