-JL6Z-
Op 4 december '43 duiken dr. Maas Melchior en zijn vrouw uit Beverwijk bij
zijn Pancrasser collega onder. Hij had het slachtoffer moeten worden van
een Silbertannemoord, maar zijn aanvallers schoten mis. Als represaille
tegen executies van landverraders door het verzet, plegen de Duitsers, of
meestal hun handlangers, deze Silbertanne-aanslagen op vooraanstaande of
geliefde Nederlanders, zoals de schrijver A.M. de Jong.
Op 16 december halen beide artsen een neergekomen parachutist op bij
Kees Vader in de Heerhugowaard. John Ogg wordt, bij afwezigheid van Jaap
Balder die juist een paar joden onderdak bezorgt, eerst bij de opperwacht
meester Leeghwater ondergebracht. Balder brengt hem vervolgens onder bij
zijn overbuurman Vroegop, die al meer van deze gasten heeft, w.o.
sergeant John Hooley. Deze onderneming heeft de doktersauto twee pas
nieuwe banden gekost, want dr. Melchior, wiens collega ondertussen zijn
spreekuur is gaan moeten houden, is niet bekend met de plaatselijke
valstrikken en heeft in het begin van Broek naast de overweg, ever de
spoorrails die naar de veiling leiden, gereden. Nog net voor elven, spertijd,
heeft Dirk Minnesma, de Pancrasser garagehouder, de boel gerepareerd.
John Ogg is voor het einde van de oorlog niet naar Engeland terug kunnen
komen, maar als verbindingsofficier in Rotterdam blijven steken. Zijn zoon
Stephen zal op 5 september '94 aan de Slingerdijk in de Schermer een
gedenkplaat hebben mogen onthullen met de namen van de, op zijn vader
na, alle met de Lancaster JB 656 MG-D daar omgekomen bemanningsleden.
Zij liggen in Stompetoren begraven: vier Engelsen en drie Australiërs. Voor
de twintigjarige William Buntain, die voor iemand anders was ingevallen,
was het zijn eerste vlucht.
Een stuk van John Oggs parachute doet nog steeds dienst als lampekap.
In januari '44 start de Pancrasser LO-afdeling, onder leiding van meester
Monster, met Jaap Glas, Aldert Bijpost, Bekkering, Piet Groen, Jan Wage
naar en Gijs Klein als medewerkers. De ploeg houdt zich vooral bezig met
het plaatsen van onderduikers, die via de centrale beurs naar Sint-Pancras
worden gestuurd, en ook met de aanschaf en distributie van bonkaarten,
die door de LO-leider van de Heerhugowaard, Bouwe van den Bergh worden
gebracht. Ook zorgt deze ploeg voor het onderhouden van contact met de
onderduikers, de verspreiding van illegale bladen en het inzamelen van geld
voor het NSF (Nationaal Steun Fonds), alsmede ten behoeve van de plaat
selijke LO-kas, die dankzij een grote offervaardigheid altijd goed gespekt
is. Piet Anders, van Elders zoals er al gauw aan werd toegevoegd, lijkt ook
als deelnemer van deze groep te kunnen worden genoemd. Deze schuilnaam
van Piet van der Mout is een van de mooiste schuilnamen die gebruikt zijn
geweest. Men kan hem er bij een controle geen verwijt van maken dat hij
anders heet, want hij heeft immers gezegd, Anders te heten.