-119-
zou er zorg voor dragen dat dit gebeurde
Net nadat Klaas zijn tabak had afgeleverd, merkte hij
de op mensen jacht makende Duitsers. Mevrouw Turkstra
riep hem en bood een schuilplaats aan: "Klaas kom deze
kant uit. Mijn jongens zitten in een schuilplaats on
der de vloer. Daar kun jij nog wel bij."
Hij lag nog maar net in de buurt van de gebroeders
Turkstra, toen hij de Duitsers al om het huis hoorde
lopen. Ze scholden tegen mevrouw Turkstra, trokken het
vloerkleed van de vloer, zagen ergens een gaatje en
prikten er met een bajonet in. Tweemaal raakten ze
Klaas, de eerste keer was het niet zo erg maar de
tweede keer draaiden ze met het mes in zijn dijbeen
rond en wist hij zich niet stil te houden. Meteen werd
het luik opengetrokken en moest hij tevoorschijn ko
men. Gelukkig zagen ze de iets verder liggende Rinus
en Gerrit Turkstra niet. Klaas moest mee, had zijn
klompen onder de vloer gelaten en trok maar gauw twee
bij de achterdeur staande klompen aan. De een enkele
maten groter dan de ander. Het liep vreselijk beroerd:
aan de ene voet een eigenlijk iets te kleine en aan de
andere een schuit van een klomp.
In het rietbos begonnen Jan Bleeker en Kees de Jong
het koud te krijgen. Geen wonder, de vorige dagen had
het gevroren, die dag was het enigszins dooiweer, maar
geen temperatuur om lang buiten stil te zitten.
Omdat ze geen Duitsers meer konden bekennen, besloten
ze naar de boerderij van Jan Kamp aan de Achterweg te
gaan, achter de koeien zou het vast aangenamer zijn
dan tussen het riet.
Toen ze nog ca. 200 meter van de boerderij waren ver
wijderd, zagen ze Duitsers lopen. Ogenblikkelijk zet
ten ze het op een rennen, maar ze waren gezien en de
Duitsers begonnen op hen te schieten. Kris - kras
renden ze in de richting van Louwen, die ongeveer te
genover het laantje van Metselaar woonde. Daar wist
Jan een leegstaand geitehokje en hier doken de mannen
in
Al gauw hoorden ze de Duitsers brullen waar toch die
tweede wasDe ene hadden ze onder de vloer van
daan gehaald, maar ze hadden duidelijk twee kerels