-115-
Ik ben ook en tijdlang zo gelukkig geweest dat ik dit
mocht doen. Totdat er op een dag een zogenaamde 'hoge
re' binnenkwam. Dan moest je ogenblikkelijk in de
houding springen en tegelijk zo luid mogelijk roepen:
"Achtung Ik deed dit niet en prompt werd de gamel-
lendienst me ontnomen.
Ik meen dat ik in plaats daarvan W.C.-dienst kreeg. In
elk gebouw waren twee emmers of gaten als toiletten
aanwezig. 's Morgens moest in een mum van tijd de
gehele barak, dus 500 man, gelijktijdig naar de W.C.
Begrijpelijk dat er dan meer naast dan in de daarvoor
bestemde plaatsen kwam. De W.C.dienst moest later met
een boender en water de ruimte schoonmaken. Verdere
reinigingsmiddelen waren er niet. En wee je gebeente
wanneer er na de reiniging nog iets van de vervuiling
te ruiken was
Een andere bezigheid was de tuindienst.
Eind maart werden er tijdens een ochtendappèl een
achttal namen, waaronder de mijne, afgeroepen. Zoiets
betekende meestal dat je om de een of andere reden het
kamp ging verlaten
De Haagse reizen van mijn vrouw hadden eindelijk suc
ces
Voor we naar buiten mochten, moest eerst de koppenin
spectie plaats vinden. Dat gebeurde bij de poort en
Kotalla nam dit altijd zelf voor zijn rekening. Hij
bekeek iedereen heel nauwkeurig en wanneer hij ergens
maar een spoortje van vuiligheid op een hoofd zag, (en
die kans was groot gezien de wasmiddelen die we had
den) gaf hij je op die plek een geduchte klap met een
soort knuppel. Als dit achter de rug was, ging de
slagboom omhoog en liet hij je gaan.
Toen we door de straten van Amersfoort liepen, niet
goed wetend waar we heen moesten, kwamen we voorbij
een banketbakkerswinkel. Toen de bakker ons zag, kwam
hij met een schaal oorlogsgebakjes naar buiten en
ieder van ons mocht daar eentje afnemen. Een even
verderop wonende slager verdeelde een oorlogsworst
(weinig vlees, veel meel) onder ons gezelschap.