- 77 - Vrouwke Van der Ruyven, Aan dees boutkens zul dy kluiven. Vaak zijn dit soort verhalen meer bekend dan waar. Wel waar is dat het stadhuis vervolgens werd geplunderd, dat de belastingrekeningen van de graaf in het openbaar werden verscheurd en er die avond en nacht een aantal woningen van rijke burgers uit Haarlem werden geplunderd Om weer orde op zaken te stellen, werden de volgende dag enkelen van de ergste raddraaiers opgehangen. Toen ook Haarlem aan de kant van het rebellenleger stond, meenden de casenbrootknechten dat nu Leiden aan de beurt was om ingenomen te worden. Er werd zelfs gespeeld met de gedachte dat heel Holland bevrijd moest worden Versterkt met een aantal Haarlemmers trok het leger, bestaande uit ongeveer 6000 soldaten, op naar de Sleutelstad. Hier ging het minder gemakkelijk. Begin mei was Jan van Egmondt met zijn leger in Leiden gearriveerd. Meteen was hij begonnen de stad in staat van verdediging te brengen. Tegelijk had hij een boodschapper gestuurd naar zijn directe chef, de hertog Albrecht van Saksen, de gevreesde legeraanvoerder van keizer Maximiliaan. Nadat een voorpostengevecht door de casenbrootknechten was gewonnen, liet Jan van Egmondt hen vanaf de stads muren van Leiden met zijn kanonnen beschieten. Tegen dat geweld was het boerenleger niet bestand: sommigen gingen langs het hazenpad naar hun woning terug, anderen trokken zich terug op Haarlem of Beverwijk. Inmiddels was ook Albrecht van Saksen met een beroeps leger van geoefende soldaten in Holland aangekomen. Beseffend dat het nu 'er op of er onder' was, werden vanuit Haarlem en Alkmaar oproepen gedaan aan de platte landsbevolking om zich gewapend te voegen bij de casera- broot-soldaten Bij Heemskerk werd de beslissende slag uitgevochten. Het boerenleger, versterkt met de Alkmaarse schutterij, was niet opgewassen tegen Albrechts beroepsleger, hetgeen mee werd veroorzaakt doordat de hulplegers niet durfden of te laat kwamen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1992 | | pagina 79