- 74 -
Enkele Alkmaarse vroede vaderen begon dit te verdrieten.
In het geheim werden enkele afgezanten gezonden naar
stadhouder Jan van Egmondt met de boodschap: Kom over en
help ons. Want vonden deze Alkmaarders het werd hoog
tijd dat enkele raddraaiers eens een toontje lager
leerden zingen en ook zou het geen kwaad kunnen, als er
enkele leden van de Vroedschap zouden worden ontslagen.
Zodra Jan van Egmondt het Alkmaarse verzoek had
ontvangen, trok hij met een leger uit Den Haag langs het
strand naar zijn kasteel in Egmond. Zijn plan was om van
daaruit bij verrassing Alkmaar in te nemen.
Dit plan mislukte.
Er is een verhaal over een Alkmaars priester, die kennis
had gekregen van de aanvalsplannen, waarop deze
geestelijke de leiders van de ka^s-en-brood-knechten
wist te waarschuwen voor de bedoelingen van Jan van
Egmondt.
In ieder geval wisten de rebellen op de een of andere
manier van de beraamde overval.
Op hun beurt trachtten zij de stadhouder te verrassen.
Toen Jan van Egmond voor Alkmaar kwam, vond hij de poort
gesloten en werd hem vanuit de stad geen hulp verleend,
iets waarop hij wel had gerekend.
Wel werd gewaarschuwd voor de casenbrootknechtendie
met hun leger van achteren wilden overvallen (zij hadden
Alkmaar via een andere poort verlaten en maakten een
omtrekkende beweging)
Ternauwernood wist Jan van Egmond zich uit de fuik te
redden, waarin hij was gezwommen. Hij zag zich
genoodzaakt om enkele kanonen achter te laten.
De Alkmaarders bepaald niet vriendelijk gedenkend,
keerde hij eind april terug naar Den Haag om daar
verslag uit te brengen over hetgeen hem was overkomen.
In verzet gekomen Pancrassers uit 1969.
Jaap de Vries roept op om de Alkmaarse annexatie-poging nooit
te nemen, want "Wij willen als mens leven en niet als nummer".
Twee foto's afgebeeld in de Alkmaarse Courant 14 jan.1969
van een protest-bijeenkomst in de 'zaal van Kuilman'.