Later drongen Reyer en zijn makkers binnen bij Alkmaarse burgers om "speek ende ander victaelye" en ook wel bier af te dwingen. Gedurende het najaar en de winter van 1491 speelden dit soort taferelen zich vooral af. Gelokt door dit luie leventje, zoals Velius ietwat spijtig zei, kwamen veel meer mensen op de stad af. De rebellen dachten hier anders over. Zij redeneerden meer in de trant van: We zullen nu de zaken eens goed recht zetten en daar gaan de stedelingen mettertijd ook van profiteren. Zo groeide het boerenleger, waarbij zich tevens steeds meer Alkmaarders aansloten. Ook rijkere stedelingen en de Alkmaarse schutters voegden zich er bij. Het leger werd enigszins geordend "sij verdeylden haer in vaendelen en rotten". Er werden vlaggen gemaakt waarop brood en kaas werden afgebeeld, want daarvoor wilden ze vechten Vanuit Den Haag kwamen opnieuw berichten dat getracht zou worden met de rebellen tot een oplossing te komen. Even werd gehoopt op een vergelijk. Toen toezeggingen uitbleven en beslissingen steeds opnieuw werden uitgesteld, verloor het Kaas-en-brood- volk zijn geduld. Walich Dircx, "die hem segt en noemt van Brederode", Anton Willems, schout van Bergen en Vrederick Han, die eerder eiste dat het Hoornse blokhuis plat moest, riepen de Westfriezen op voor een dagvaart in Nieuwe Niedorp. Daar kwamen de afgevaardigden uit de Westfriese dorpen en steden bijeen. Slechts één plaats liet verstek gaan: Enkhuizen. Plechtig beloofden ze elkaar zich liever dood te vechten dan het ruitergeld te betalen, "alsoo sij 't deur armoede niet en vermochten, verbonden haer tot dien eynde met zegel ende brieven onder malcanderen" sloten een verbond om elkaar in geval van nood te helpen) - 72 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1992 | | pagina 74