Met de aanschaf was een probleem opgelost, een ander kwam ervoor in de plaats: Als de 'ijsboeier' gebruikt moest worden, werd deze getrokken door een aantal bouwers en hun arbeiders. Deze liepen dan over de akkers, die langs de vaart lagen. Bij vorst was dit niet zo erg, maar wanneer de dooi was ingevallen, werd de grond flink in elkaar getrapt met alle nadelige gevolgen van dien. Vandaar dat sommige tuinders (vermoedelijk waren zij in de gelegenheid om hun producten langs een andere weg af te voeren) ertoe over gingen de toegang tot hun akkers te verbieden door een paal met een houten bord, waarop aan het desbetreffende artikel uit het Wetboek van Strafrecht werd herinnerd. Enkele jaren later waren er weer andere moeilijkheden. Om de vaart naar de laadplaats in Broek open te houden liet het Burgerlijk Armbestuur, bij wijze van werk verschaffing, deze open hakken door werkloze arbeiders. Later kwamen ze tot de conclusie dat de tuinders dit best zelf konden doen. Deze weigerden, want zij behoefden 'geen bedeling' te ontvangen. Om de zaak op te lossen werd de vaarroute door middel van paaltjes in een aantal gelijke stukken verdeeld. Elke tuinder kreeg zijn stuk toegewezen en moest zorg dragen, dat dit bij vriezend weer goed bevaarbaar bleef. Het volgende, iets ingekorte, artikel uit een 100 jaar oude Alkmaarsche Courant geeft een beeld, wat veel tuinders nog goed zullen kennen. Een beeld, dat in de tijd van koelhuizen en verstedelijking, aan het vervagen is... Om hun kool gedurende den winter in goeden staat te houden, moeten de bouwers zich heel wat moeite en zorgen getroosten. De daarvoor gebouwde bergplaatsen, meestal van steen, bieden doorgaans ruimte aan voor het bergen van 5 tot 20-duizend kolen. Om de vorst te weren, worden de wanden ter hoogte van omstreeks 5 voet met stroo bekleed, terwijl de naden der kleine tuimelraampjes bij strenge vorst met koemest worden bestreken. Ook plaatst men wel kachels, die nacht en dag worden gestookt. De nieuwe gebouwde schuren worden meestal beschoten met houten lambrizeeringen en de ruimte tusschen het hout en den muur aangevuld met zaagsel of haverdoppen, beide slechte warmtegeleiders - 33 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1992 | | pagina 35