Ongedierte en ziekte. Als eenvoudig middel om het KOOLWITJE te keren, raadde men aan: Doe enkele stukken knoflook in een kuip water, laat dit enige tijd trekken en besprenkel daarna met de aldus verkregen vloeistof de koolpanten. Het koolwitje, dat een grote hekel heeft aan sterk ruikende stoffen zal met en grote boog om de aldus behandelde planten heengaan. In 1896 hielp zelfs dit niet. Een gort-droge zomer. Akkers, die groen zagen van de rupsen. Twee honderd rupsen op één koolplant was geen uitzondering. Iemand telde zelfs meer dan 500 van die kruipertjes op een plant. Een ander vertelde dat hij er 's morgens ongeveer 300 van een plant had geplukt en dat hij er 's avonds weer 100 af moest halen. De jeugd kreeg een week extra vakantie om mee te helpen rupsen zoeken. Toch ploegde men, hier en daar, de akker maar om en bezaaide die met mangelwortelenGehoopt werd op een flinke slagregen! In oktober meldde men: De winterkool is slecht, hetgeen te wijten is aan de rupsenplaag van de afgelopen zomer. Een ander bericht vertelde dat eerste soort rode kool werd verkocht voor 5.=. Bij een goed beschot voor een tuinder een lonende prijs, maar bij de slechte oogst van 1896 beslist niet toereikend. Enkele jaren eerder had men overlast van een VLOOIENPLAAG. Hiervan had de oogst minder te lijden, omdat door zware regenval veel ongedierte werd gedood. Niet werden dat jaar gedood de RATTEN, waarvan men toen en ook in veel andere jaren, nogal wat narigheid ondervond. Vandaar dat de vraag "Ratten, wat doen we er aan?" op vergaderingen van tuinders een geregeld terug kerend onderwerp van bespreking was. Meester Engel, lang secretaris van DE TUINBOUW schreef boven de notulen van de vergadering van 17 maart 1924 RATTENVERGADERING! Men besloot die dag dat ieder lid gratis rattenserura kon verkrijgen. Het serum moest 's avonds op een geliefde rattenkost worden gestreken. Voor de zwarte rat moest men het op aardappelen smeren, voor de gele rat op roggebrood. Zo mogelijk moest het aas worden gelegd bij de ingang van een hol. Wanneer een rat at, zou dit niet alleen de dood van het dier veroorzaken, maar zou tevens nog besmettend op andere ratten kunnen werken. - 30 - 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1992 | | pagina 32