TOEN HIER DE TUINBOUW TOT ONTWIKKELING KWAM. Bemesting Omstreeks 1850 werd in de gemeentelijke jaarverslagen vermeld dat de bouwlanden werden bemest met koemest en met doorgevroren slootraodder. Voor kool- en andere groenteteelt werd gebruik gemaakt van natte slootraodder. 'Slik' was gedurende lange tijd een veel gebruikt middel in de tuinderij. Druk werd er gebaggerd, zo erg, dat hier en daar een gemeentelijke overheid paal en perk ging stellen: In bepaalde sloten mocht niet worden gebaggerd, men mocht het slik niet vervoeren naar een andere gemeente, enz.. 's Winters kon een werkloze met 'slikken' een leuke stuiver verdienen. Voor een praam slik werd 50 tot 60 cent betaald en een arbeider, die van wanten wist, kon per dag wel drie pramen opbaggeren. In een tijd, waarin het uurloon van een bouwvakker schommelde tussen 15 en 20 cent, was 'slikwerk' dus niet te versmaden. Tegen de eeuwwisselingtoen de tuinbouw hier sterk toenam, kwam het gebruik van kunstmest in zwang. Voorlichters vertelden over de toepassing van 'hulp- en meststoffen' In het begin waren de bouwers niet al te enthousiast. Geen wonder, want erg oordeelkundig gingen de tuinders nog niet te werk. Een tijdgenoot klaagde dat slakkenmeel, kalk en dergelijke, maar kwistig werden rondgestrooid en de tuinder er geen benul van had, wat zijn land aan meststoffen nodig had. In 1896 klaagde de Langedijker Courant: "En dat er zooveel natuurlijke meststoffen verloren gaan.... Als in andere streken staan ook hier privaten boven de sloot. Voor een geheel kapitaal gaat zoodoende jaarlijks verloren. Het jaar daarop belegde de tuinbouwvereniging van Sint- Pancras een aparte vergadering voor het onderwerp 'KUNSTMEST' Het bestuur stelde voor een proefveld aan te leggen, waarop de verschillende meststoffen konden worden uitgeprobeerd -28 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1992 | | pagina 30