Twee in 1662 en 1664 getekende kaartjes tonen allebei zes opstallen waarvan vier met en twee zonder schoor steen. Het zou dus om vier woonhuizen en twee schuren kunnen gaan. Bij de taxatie voor de verponding in 1731/32 is sprake van drie boerderijen en dat zelfde aantal komt voor op de oudste kadastrale kaart uit 1832. In de transportakte van 4 december 1705, waarbij de helft van de Beverkoog aan een drietal bewoners van de Bevercoge, nu de Butterhuysenwordt overgedragen is vermeld dat de huizen en verdere getimmerten reeds eigendom van de kopers zijn. Gezien deze mededeling kunnen we er van uitgaan dat alle opstallen die op de Beverkoog of Butterhuizen voorkomen daar in het verleden door de pachters ten eigen gerieve zijn gebouwd. Vermoedelijk hadden zij langlopende pachtcontracten en de bebouwing buiten de Oosterdijk, aan de rand van de nog onbedijkte Heerhugowaard, zou er op kunnen wijzen dat deze pachters bovendien de visvangst beoefenden. Eén van de eerste bewoners van de Beverkoog was vermoedelijk Jan Adriaensz van Bevickooch. Hij wordt in 1577 en 1583 genoemd als pachter van een perceel Vroonland. In 1609 en 1614 vinden we als pachter van Vroonland Jacob Cornelisz Speelder van Bevickoich. Hij betaalde in 1630 de erfpacht voor de Beverkoog. Hij zal de vader geweest zijn van Cornelis Jacobsz Speelder, die in 1638 en 1644 genoemd wordt als wonende op de Butterhuysen. In 1676 woonde daar Aelbert Cornelisz Speelder, die weer een zoon van genoemde Cornelis zal zijn geweest. De naam Butterhuysen wordt in 1624 voor het eerst genoemd Het is Adriaen Vreericx die daar dan woont. In 1640 is hij reeds overleden en wordt dan genoemd Adraen Fredericxsz, in zijn leven buurman op de Bevercooch. De naam Beverkoog gaat dus slechts langzaam over in Butterhuizen. Zekere Aelbert Cornelisz woonde in 1614 op de Bevikoge. Cornelis Albertsz was vermoedelijk zijn zoon. Hij wordt in 1619 en 1624 genoemd als wonende op de Bevikoog en, in 1629 en 1643, wonende op de Butterhuysen. - 18 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1992 | | pagina 20