2e UITVOERING
BEZOEKT DE
ten bate v. h. Crisis-Comité te SCHAGEN
op Vrijdag 10 Februari '33,
verschaffingsproject "diepspitten" in de Wieringermeer. Ook het
Amsterdamse bos was zo 'n project, dat geheel door werklozen
werd aangelegd. Grondontginning, bomen planten, sloten gra
ven of turfsteken, zowel kantoorpersoneel als ambtenaren wer
den zonder aanzien des persoon opgeroepen om deze zware
lichamelijke arbeid te verrichten. Het onaangename zware werk
met lage verdiensten zou de arbeiders mede aanzetten zelf an
der werk te zoeken, was de achterliggende gedachte. De meeste
projecten werden in tariefwerk uitgevoerd onder toezicht van
de Nederlandse Heide Maatschappij. Dat betekende dat de ver-
Een bekend werkverschaffingsproject
diepspittenin de Wieringermeer
diensten alleen door keihard te werken iets boven de steunuit
kering uit kon komen te liggen. Door het tariefwerk ontstonden
zogenaamde gouden ploegen op de projecten. Zwakkeren en
ouderen konden daaraan niet deelnemen, hetgeen veel jaloezie
opriep. Vermoeid na een lange dag graven of spitten, moest men
ook nog vele kilometers naar huis fietsen, want wie een fiets
had, moest daar zelf mee naar het werk komen. Voor het ge
bruik van de fiets moesten alle burgers belasting betalen en een
klein plaatje aan het stuur hangen. Werklozen waren vrijgesteld,
maar zij kregen een fietsplaatje met een gaatje. Dat betekende
dat men daar op zondag niet mee mocht fietsen. Werk weige
ren was uitgesloten, anders verloor men onherroepelijk zijn
uitkering. Steun ontvangen was geen recht, maar een gunst. Dat
steuntrekkers het niet breed hadden, mag duidelijk zijn. Uit een
onderzoek, dat in 1935 in Amsterdam werd ingesteld, kwam
duidelijk aan het licht dat werklozen gemiddeld van 20 gulden
per week moesten zien rond te komen, terwijl een werkende het
dubbele verdiende. Dat betekende voor steuntrekkers nauwe
lijks aanschaf van kleding of schoeisel, laat staan het kopen van
een kopje koffie. De dagelijkse maaltijden waren eentonig. Ze
bestonden behalve uit brood, hoofdzakelijk uit aardappelen,
erwten of bonen. Vlees, kaas, vis, boter, melk, suiker, groenten
of fruit behoorden tot de uitzonderingen. Koek of andere ver
snaperingen waren vrijwel uitgesloten. De uitzichtloze positie
leidde regelmatig tot ongeregeldheden, opstootjes of rellen,
die hardhandig door de politie uiteen werden geslagen. De
meesten schaamden zich echter voor hun werkloosheid. Velen
hadden het eindeloos solliciteren snel opgegeven en slenterden
maar wat rond en verveelden zich dood. Geld voor een verzetj e
bestond eenvoudig niet. Controleurs van de sociale dienst
moesten toezicht houden ofhet steungeld op de juiste manier
werd besteed. Zij konden ieder moment aan de deur verschij
nen. Het zien van een pas aangeschaft kledingstuk, een fiets of
distributieradio zou de uitkering al in gevaar kunnen brengen.
Eind van de jaren dertig nam de werkloosheid iets af Nadat de
Landbouwcrisiswet van 1933 had gefaald, was in de econo
mie een lichte verbetering opgetreden na de devaluatie van de
gulden. Hierdoor was de concurrentiepositie van ons land iets
verbeterd. Na het uitbreken van de oorlog in mei werd de crisis
bedwongen door de grote vraag naar inlands voedsel en het
ontstaan van een oorlogseconomie.
des avonds 8 uur (precies) in Theater Royal.
Toegangsprijs 50 cent. NA AFLOOP BAL..
PLAATSBESPREKING bij den heer C. D. SCHMALZ.
Het crisiscomité gaf uitvoeringen
om geld in te zamelen.
Bronnen:
Crisis in Nederland door P. de Rooy
Internet Wikipedia
22
Jaap de Wit