een huis en getimmerte met grond en erf aan de Loet zijnde de herberg de Vlijt
gronden bij het kadaster bekend in sectie E numero 234, huis en
erf groot vier roeden, Numero 329 kolfbaan, een roede vijfen
negentig ellen, en Numero 330, tuin vijf roeden vijfenveertig
ellen, tezamen groot elf roeden en veertig ellen
Nu weten we dat er in het midden van de 19de eeuw drie
herbergen op een rijtje staan aan de Loet, van west naar oost
de Fortuin', de Vlijt' en een derde eerst nog zonder naam, maar
later 'de Liggende Os' geheten. En we weten dat bij herberg de
Fortuin' een kolfbaan is aangelegd in de tuin die bij het pand
hoorde. We mogen aannemen dat de kolfbaan de Vlijt' (al een
tijd?) niet meer bestond.
Herberg 'de Fortuin'
Volgen we eerst de geschiedenis van de herberg de Fortuin',
voor zover mogelijk.
Op 20 december 1856 wordt Bart Flovenier, kastelein, eigenaar
van eene nieuwgebouwde Herberg genaamd 'Het Fortuin' met
stalling en kolfbaan' respectievelijk E234 (huis en erf), E329
(de kolfbaan) en E330 (de tuin). 'De Fortuin' en 'Het Fortuin'
wordt afwisselend en door elkaar gebruikt.
Bart Hovenier verkoopt hetzelfde op 30 maart 1860 aan Johan
Blaauboer. En op 5 maart 1863 komt het geheel via een open
bare verkoping in handen van Jacob Knijnsberg, een metselaar.
Het heet dan een 'een huis geapproprieerd tot herberg genaamd
'Het Fortuin' (E234), een kolfbaan (E329) en een tuin (E330)'.
Uit de inventarislijst die in deze akte is opgenomen (zie kader)
blijkt dat het niet alleen gaat om een kolfbaan, maar ook om een
toneel met rekwisieten.
Als Grietje Hoep, de echtgenote van Jacob Knijnsberg, op 22
april 1870 in Schagerbrug is overleden, gaan haar man en hun
beide zoons Pieter en Hendrik over tot boedelscheiding, waar
bij ze ieder een derde deel van de boedel krijgen toebedeeld.
Die boedel bestaat uit twee delen, waarvan het tweede deel
wordt omschreven als 'een huis met nog een huis erven en tuin
te Schagen, sectie E nummer 382,383 en 384 en een gedeelte
van 385 te zamen groot elf aren en veertig centiaren'. Het betreft
het huis waarin de herberg 'het Fortuin' was gevestigd, de kolf
baan en de tuin, plus een stukje van de tuin ten oosten ervan,
behoord hebbende bij de tuin van de herberg 'de Vlijt'. Dit deel
van de boedel wordt toegewezen aan de zoon Pieter Knijnsberg.
De akte van scheiding wordt opgemaakt op 21 juli 1875.
Uit deze akte blijkt nu dat de herberg 'het Fortuin' en de daarbij
gelegen kolfbaan hebben opgehouden te bestaan. De kolfbaan
is kennelijk verbouwd tot een huisje. Zie ook tekening 4.
Herberg 'de Vlijt'
Het vervolg van het verhaal over de herberg 'de Vlijt', nu E435
(was E381 en een deel van E385).
Op 12 maart 1891 houdt notaris Sloos uit Winkel een veiling,
[tot de inventaris van 'de Vlijt' behoren in 1896: een
billard met queënrek, vijftien queën en drie ballen,
drie spiegels, met vergulden lijsten in het buffet,
acht koffiehuistafeltjes, een ronde en twee vierkante
tafels, vijfendertig stoelen, vijf lucivers standers, een
tabakspot, een vuurcomfor, zes glasgordijnen en vier
horretjes, een koffiekan met filtreer, vijf schilderijen,
een koperen presenteerblad, elf karaffen, een en
twintig flesschen, een bitterfleschje, twee en dertig
bierglazen, tien roemers, acht en twintig diverse
wijnglazen, zes grogglazen, twintig drinkglaasjes,
twintig kop en schotels, negen bordjes, een suiker
pot, een kachel, een klok, vier en twintig suikerle
peltjes, ongeveer zestig kleine dito, een blaauwe
geëmailleerde trechter, twee knikballen/krukballenf?),
zes tinnen drinkmaatjes, twee beelden en een vaas
op het buffet, drie vloermatjes, ongeveer driehon
derd vijftig bierfleschjes, een nootmuscaatdoosje
met rasp, een ciderdopje een paardenruif, eenige
paardenhalters, een ladder]
7. E617 is het perceel waar 'de Vlijt', omgedoopt tot 'La
Strada' stond. Bij de aanleg van de Provinciale weg, de
Westerweg, gesloopt. Daarnaast, E444 inmiddels, staat
nog steeds het huis waarin herberg 'het Fortuin' was
gehuisvest. De plek waar 'de Liggende Os' eens stond,
E817, is leeg.