Jan de Vries verkoopt dit boerenhuis aan Klaas Zwart, de over boeking heeft plaats op 7 mei 1828, blijkens de aantekening in de legger van de Gebouwde Eigendommen 1824-1833. We hebben nu de volgende huisnummers op de Loet: 127 de meelmolen, prekadaster en kadaster nummer E230 Wat is er gebeurd met de kolfbaan de Vlijt? Dat kunnen we nagaan aan de hand van wat het kadaster ons vertelt over de percelen E237, E236, E235 en E234. Het blijkt dat de Vlijt verdween en in een andere gedaante weer terugkwam. De percelen E236 en E237 Welk verhaal vertellen de percelen E236 en E237? Door een kleine grenscorrectie' tussen de percelen E236 en E237 zijn deze beide percelen daarna bekend onder de nummers E306 en E305 (zie kader). Beide zijn in 1835 in het bezit van Klaas Zwart. In de daarop volgende jaren bouwt Klaas Zwart op het terrein van perceel E237 een paardenstal. Daardoor is perceel 305 verder bekend onder de perceelnummers E324 en E325. Op 4 februari 1854 verkoopt Klaas Zwart - hij is dan tapper en heeft een herberg in de boerderij gevestigd - de percelen E324 en E325 aan Jan Noë. Het gaat om een huis zijnde een herberg met een gedeelte van het erf en een paardestal met de grond waarop die stal staat'. Klaas Zwart heeft voordat hij de percelen E324 en E325 aan Jan Noë verkocht vóór en ten oorden van de paardenstal en eraan vast een klein huisje gebouwd. Het kadaster heeft dus een nieuwe perceelnummering aangebracht, waardoor E324 nu is geworden E331, en E325 is geworden E332. Het perceel land achter en ten zuiden van deze percelen - voorheen E214 - is in twee delen verdeeld, nu E333 en E334. Jan Noë koopt het noordelijkste deel ervan, nu perceel E333. Op 17 maart 1855 verkoopt Klaas Zwart ook de overige bezit tingen, het nieuw gebouwde huisje dat vaststaat aan de paar denstal en het land ten zuiden van deze percelen. Jan Noëde nieuwe herbergier, koopt het huisje en verwerft zo dus een deel van E331 en Johan Blaauboer, een schipper uit Schagen, koopt het perceel weiland onder nummer E334. Johan Blaauboer kocht het perceel E334 voor Jan Noë. Jan Noë drijft daar jarenlang een herberg, tot in november 1886 alles via een openbare verkoping wordt verkocht aan Abraham Borst, landman, wonend in Oudkarspel. De laatste moet bij de verkoop ook de inventaris van de herberg overnemen. Abraham Borst op zijn beurt verkoopt - de overschrijving in de hypotheken vier is gedateerd 12 april 1892 - een huis ingericht Boerden] annex café 'De Liggende Os', met ervoor Wer van Erp, zijn oma, kleine Bets en mevrouw Van Erp (zoals afgedrukt en vermeld in 'Kent u ze nog ...de Schagenaars'). twee woonhuizen met de houtloods en schuur horende bij de houtzaagmolen, kadastrale nummers E231 en E232 een huis en erf, bij het kadaster bekend als nummer E234 (nummer E235 is een tuin), waarin Josephus de Goede woonde en dat hij in 1810 verkocht aan Dirk de Hoog een kolfbaan, idem als nummer E236, was in 1800 een hoef- en ijsersmederij een boerenhuis en erf, idem als nummer E237, bewoond door Jan Groen en daarna door Jan de Vries

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2012 | | pagina 13