Sonoy is gewend zijn zin door te drijven en hij voert de druk op het bestuur van Hoorn verder op door nog twee vendels soldaten bij de inwoners in te kwartieren. Ook de besturen van andere steden in West-Friesland zijn het met de handelswijze van Hoorn oneens. En niet alleen vanwege de angst voor verraad, het is ook wel lekker dat die soldaten in Hoorn en niet in hun steden ingekwartierd worden. De druk van Sonoy wordt dan ook te groot en op 16 oktober 1575 wordt Jan Jeroensz alsnog uitgeleverd. Hij gaat echter niet alleen naar Schagen, er gaat een aantal stadsbestuurders41 mee om bij de confrontaties met Piet El en Pieter Nanningsz aanwezig te zijn. Bij de eerste confrontatie verklaren Piet El en Pieter Nanningsz dat ze Jan Jeroensz herkennen als de leidende persoon van het verraad. Wanneer Jan Jeroensz zich wil verweren, wordt hem met luid geschreeuw het spreken onmogelijk gemaakt en wordt hij met geweld afgevoerd51. Wat de meegekomen afgevaardigden niet horen, zijn de dreigementen met martelingen die Jan Jeroensz vooraf aan deze confrontatie te horen krijgt. Na de confrontatie gaan de stads bestuurders weer terug naar Hoorn en nu deze lastige pottenkij kers weg zijn uit Schagen ziet Sonoy zijn kans schoon en geeft toestemming om tot verhoor met martelingen over te gaan. Op 1 november wordt al het personeel uit het slot weggestuurd en worden alle luiken gesloten opdat niets bekend wordt van wat er in het slot gebeurt. Viermaal wordt Jan Jeroensz gedurende twee opeenvolgende dagen gemarteld, maar hij geeft niet toe en keer op keer vraagt hij om opnieuw met Piet El en Pieter Nanningsz geconfron teerd te worden. Waarop hij slechts te horen krijgt dat men net zolang zal doorgaan met de martelingen totdat hij zal bekennen of sterven. In Hoorn komen zijn dodelijk ongeruste familie en vrienden in actie. Want in tegenstelling tot wat toegestaan is, vermoeden zij dat Jan Jeroensz verhoord wordt zonder de aanwezigheid van bestuurders uit Hoorn. De vroedschap van Hoorn stuurt een delegatie naar Schagen bestaande uit twee burgemeesters, enkele schepenen en de stadssecretaris. Geconfronteerd met deze delegatie stoppen de commissarissen van Sonoy met het verhoor van Jan Jeroensz en vragen Sonoy om advies over de aanwezigheid van deze delegatie bij het verhoor. Viermaal wordt Jan Jeroensz gedurende twee opeenvolgende dagen gemarteld Sonoy is een heel andere mening toegedaan dan de afgevaar digden uit Hoorn. Er is bij het verhoor immers een afgevaar digde uit Hoorn aanwezig, namelijk schout Heukesloot. De rechtsgeldigheid hiervan werd door de afgevaardigden betwist omdat deze schout door zijn positie als commissaris van Sonoy niet neutraal is. Ook hebben volgens Sonoy de afgevaardigden alleen het recht om bij de eerste confrontatie aanwezig te zijn. Ze mogen van hem wel bij de volgende verhoren zijn, maar dan wel onder een eed van geheimhouding. Deze eis is voor de afgevaardigden van Hoorn een onmogelijke, want hierdoor kunnen zij geen verslag aan het vroedschap uitbrengen. Ook wat ze te berde brengen over de toepassing van de privileges van een poorter van Hoorn - de afgevaardigden van die stad vinden dat Jan Jeroensz in Hoorn had moeten blijven - valt slecht bij Sonoy. Hun bedekte verwijzing naar de tirannie onder Alva valt bij Sonoy nog slechter en hij stelt in minder bedekte termen dat een ieder die zo zijn best doet om een landverrader te bescher men ook wel verdacht moet zijn. Aldus in het nauw gebracht wendt de vroedschap van Hoorn zich tot de hoogste autoriteit. Zij schrijven een brief aan de stad houder Willem van Oranje en laten deze door enkele bestuur ders uit Hoorn persoonlijk bij hem afleveren. In deze fase hebben we gezien dat Jan Jeroensz niet zomaar iemand is. Hij heeft rechten gestudeerd. Maar ook beschikt hij door zijn huwelijk over de rechten die een poorter heeft. Ook hebben we gezien dat Jan Jeroensz familie en vrienden heeft die over voldoende gezag beschikken om voor hem op te komen en dat ook doen. In de volgende fase zullen we zien hoe ontwikkelingen in de zuidelijke Nederlanden, die loyaal zijn aan het bestuur in Brussel, van invloed zullen zijn op het verdere verloop van het onderzoek naar het verraad. Het westelijk vierkant wordt gesloopt in 1826. Noten: 1. De tiende-penning is een omzetbelasting op roerende zaken 2' Een vendel is een woord uit de 16de/17de eeuw voor een com pagnie soldaten. Elk vendel had een vaandel waarvan het woord vendel een afgeleide is. 3. Deze vluchtelingen worden door de achterblijvers glippers ge noemd. 4. Twee burgemeesters, vier schepenen en de stadssecretaris. 5. De commissarissen die Jan Jeroensz verhoren:Swygt gy land verrader, gy hoofd van de landverraders!" Waarop Jan Jeroensz antwoordt:" Wel, wat is dit? Moet ik op al 't gene gy segt en mynen hals aangaet my niet verantwoorden?". Ton Veldman 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2011 | | pagina 5