Vanwege de harddraverij, zeker, maar op het echte spektakel van die dag moesten de mensen wachten tot zes uur 's avonds. Toen flitsten in de stadskern tegelijkertijd 18 gaslantaarns aan, gevoed door de nagelnieuwe gasfabriek aan de Hoep. 'Een schoon effect bragten de verschillende illuminatiën te weeg; vooral was dit het geval aan de fabriek zelve, die in den loop van den avond door honderde personen werd bezocht, terwijl zich op de Marktplaats eene ontelbare menigte bewoog, om zich in de aldaar, zoo aan het raadhuis, als voor de herberg 'de roode Leeuw' aangebragte gasverlichting te verlustigen'. Het gaslicht kostte de gemeente drie cent per lantaarn per uur De gaslantaarns, die lantaarnopsteker P. Plakman zijn baantje hadden gekost, brandden net als voorheen niet als er voldoende maanlicht was. En bovendien niet vaker dan 18 avonden per maand, want het gaslicht kostte de gemeente drie cent per lan taarn per uur. Met name de conservatieve raadsleden peinsden er niet over de straatverlichting lichtvaardig uit te breiden. Zij vonden dat men s avonds op straat niets te zoeken had en dat de Schagenaren hun handen mochten dichtknijpen. Naburige plaatsen als Noord-Scharwoude en Winkel hadden, ondanks druk vanuit de burgerij, geen enkele straatlantaarn. Waar klaagde men over? In een onweersnacht in 1874 werd aan de Loet 'eene weduwe, moeder van twee jeugdige kinderen, die om in haar onderhoud te voorzientot 's avonds laat haren schoon vader in zijne drukke bezigheid, adsistentie verleent, welke zich huiswaarts willende begeven' misleid door de duisternis. Omwonenden, gealarmeerd door 'hulpgeschrei' redden de te water liggende vrouw van een wisse dood. De courant smeedde het ijzer met een pleidooi om de lantaarns te laten branden tot een uur voor zonsopgang, maar de raad hield zich doof Wel verzocht zij in 1884 de directeur der gasfabriek 'de kraantjes der lantaarns zoo te stellen' dat kwajongens ze 's avonds niet langer konden uitdraaien om hun kattenkwaad in duisternis te hullen. Pas in 1887 werd aan een adres van 120 inwonenden zuinigjes tegemoet gekomen door de lantaarns in de wintermaanden tot middernacht te laten branden. Toen er dan eindelijk twaalf heel de nacht aan mochten blijven was raadslid Jb. Stammes daarop tegen, want 'lieden, die 's nachts om 3 uur nog buiten hopen, zijn wel zoo verlicht van hen zelf, dat ze geen gaslicht meer noodig hebben'. En terwijl de burgers van Dirkshorn in 1889 op eigen kosten hun dorp 'in een krans van licht' zetten met petroleumlampen, plaatste in Schagen de gemeente mondjesmaat gaslantaarns bij. Ondanks de hand op de knip steeg tussen 1885 en 1895 de post 'Onderhoud der lantaarns en verdere kosten van verlichting' op de gemeentebegroting van 900 tot 1.350 gulden. Met de aanleg van de Spoorlaan, de Regentenstraat en de Landbouwstraat nam het aantal lichtpalen verder toe. In 1906 stonden er 57, tien jaar later werd Schagen verlicht door 85 gaslantaarns. Ter verge lijking: Moerbeek kreeg pas in 1910 openbare straatlantaarns. De gemeente Harenkarspel sprak erover, maar had ze nog altijd niet. Het raadslid Weel was ronduit tegen: "Vroeger kon 't ook zonder licht'. Schagen was dus het ommeland ver vooruit. Een nieuwe impuls kwam in 1918, toen Schagen zich liet aansluiten op het elektrisch net van het P.E.N. Hoewel volgens het gemeen teverslag van 1921 de hele straatverlichting al elektrisch was, maakt dat van 1926 melding van in hoofdzaak gas- en slechts enkele elektrische lantaarns. Dat lijkt dichter bij de waarheid. Zelfs rond 1950 had Schagen nog minstens 1 gaslantaarn, blijkens een foto van de Nieuwstraat uit die tijd. Anno 2010 staan in Schagen langs de openbare weg plm. 4000 lichtpunten. Wat zou het raadslid Stammes daarvan hebben ge vonden? De kinderen van de 21e eeuw gaan eraan voorbij alsof licht op straat iets vanzelfsprekends is. Hadden zij in 1875 in Winkel geleefd, wat had ze dan in de duisternis kunnen overko men? 'Wie bij avond door ons dorp wandelt, staat niet zelden aan allerlei gevaren bloot. Hier komt hij in zachte aanraking met den kop van een paard, welks geleider ergens in huis een boodschap doet of een uurtje aan den onschuldigen dienst van Amor wijdt. Daar stoot hij zich aan een kar, door den eige naar voor eene wijle alleen op den weg gelaten. Ginds tast hij mis bij het zoeken naar een brug, terwijl hij aan den overkant moet wezen. Elders valt hij een eerzamen burger, die juist zijn woning verliet, op al te hartroerende wijze in de armen. Botsingen, kneuzingen, onverwachte baden, even zoovele vrije giften van de duisternis, behooren dan ook volstrekt niet tot de zeldzaamheden. Men troost zich intusschen met de gedachte: het is altoos zoo geweest; waarom schijnt de maan ook niet juist wanneer het donker is?' Het bruggetje over de Langesloot tussen de Nieuwstraat en het Rapenpad, werd verlicht door deze straatlantaarn. Bronnen: Heerlijk Schagen Schager Courant Peter Groenveld 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2011 | | pagina 15