Boterspaan, tevens stempel Uit de collectie van Museumboerderij Vreeburg -ËtRTrlttR- H.H. WAARD. Gerard Koel Boter maken, de melkroom JMHIIL karnen tot boter, was zwaar werk. Een tredmolen aange dreven door een hond of paard kon het voor de boerin iets makkelijker maken. Ook de hygiëne liet op de boerderijen veel te wensen overwaardoor een slechte kwaliteit boter ontstond. Twee belangrijke redenen om in 1886 de eerste coöperatieve stoomzuivelfabriek op te richten in Warga, in de provincie Friesland. Of was Noord-Holland eerder met de oprichting in 1872 van de "N.V. Wieringer Maatschappij tot Bereiding van Kaas"? De fabriek was naast de boerderij van Jan Bakker aan de Tweewegen te Wieringerwaard. Later werd de fabriek omgedoopt in "Coöperatie De Volharding". Hieruit is de zuivelfabriek Campina te Lutjewinkel ontstaan. Momenteel is Campina de grootste zui- velproducent van Nederland. Tot begin twintigste eeuw werd op de boerderij gekarnd. Wanneer de koeien waren gemolken, werd de melk door een zeef gegoten, zodat de melk van haartjes en andere ongerechtigheden werd ont daan. Vervolgens werd de melk overge goten in ondiepe bakken in de koele melkkelder. De room die kwam boven drijven werd herhaaldelijk met een room- schaal afgeschept en in het roomvat gedaan. Was het roomvat na 1 of 2 dagen vol dan ging de aangezuurde melk in de karnton waarna het arbeidsintensieve werk kon beginnen. Zonodig moest er warm of koud water worden toegevoegd om de juiste temperatuur te verkrijgen. De karnton of handkarn was een naar boven toe smal toelopend vat, afgesloten met een deksel. In het deksel was een rond gat waar doorheen een pols, een houten stok met aan de onderkant een houten ronde schijf met gaten op en neer 23 moest worden bewogen. Als de boter klaar was ging die vanuit ■jmjê de karnton in een botermout mj22r om gekneed en gezouten te V~ worden. Vanuit de botermout 7 werd de boter in vaatjes gedaan of als kluit in papier verpakt. Ook kon men een boterkopper vullen en afstrijken, men kreeg dan een cilinder vormige kluit boter van een pond. Als in de kop van de houten boterkopper een ster of een ander figuur was uitgespaard zag men dat afgedrukt in de boter. Op een andere boerderij gebruikte men een boterkopper en een losse boterspaan. Een boterspaan is een platte houten geribbelde schep om de boter uit te scheppen. In de kop aan de steel van deze boterspaan is een bloemmotief uitgesto ken, een stempel. Dit was het merk van de boer, zijn huis- of handelsmerk, nu spreken wij van een "logo". Tot slot ging de boer met zijn vierkanten houten boter- kist, gevuld met 16 koppen gestempelde boter, naar de botermarkt om zijn boter te verhandelen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2007 | | pagina 23