boeren. Overtreding van de geboden
werd bestraft met twee gulden en tien
stuivers boete. Op 2 juli 1702 werd een en
ander onder klokgelui van het stadhuis
van Schagen afgekondigd.
Bullopers die de maatregel aan hun
laars lapten konden door iedere "geloof
waardige" burger worden aangegeven.
Deze klokkenluiders zouden dan de helft
van de opgelegde boete opstrijken. Een
uiterst vervelende bepaling voor een bul
loper, om de hele dag te moeten opletten,
dat z'n grazige stier geen sprietje gras uit
de berm zou plukken. Bijna ondoenlijk!
Het is begrijpelijk dat men niet iedereen
met een stier op pad kon sturen. Ze
waren niet alleen verantwoordelijk voor
het gedrag van de stier, maar ook voor de
financiën. Het waren kennelijk niet altijd
lieverdjes.
De stierenstal van
KI Hollands Noorden
in Sehagerbrug.
Een foto uit
de Niestadt collectie.
Aan het begin van de negentiende eeuw
had een aantal jongens van het weeshuis
de schout aanleiding gegeven totn
bestraffing. Ze waren op een lijst gezet,
met de bedoeling een aantal van hen op
te laten nemen in een etablissement van
de Maatschappij van Weldadigheid,
(opvoedingsgesticht) Onder hen bevon
den zich Jan Kos, Jacob Blom en Pieter
Hagenaars, stierenleiders van beroep. In
een kolom aanmerkingen was uitdrukke
lijk vermeld, dat zij wegens onmisbaar
heidvan "opzending verstooken" waren
en in het huis mochten blijven. Zij moe
ten hun vak kennelijk goed verstaan heb
ben en het vergrijp was te onbenullig,
zodat het weeshuis voor hen in de bres
was gesprongen. Wie waren deze drie
onmisbare krachten? Jan Kos was een
zoon van Pieter Kos en Elisabeth Keijzer
en geboren op 1 november 1813. Zijn
vader was boer op de Lagedijk en dus zal
z'n zoon goed bekend zijn geweest in de
omgang met vee. Jacob Blom, zoon van
Pieter Blom en Aaltje Kuijt was ook boe
renzoon. Z'n vader had geboerd op
Grotewal waar hij op 24 juli 1821 was
overleden. Jacob was toen een jaar of
acht, maar heeft zich later toch als 'n
bekwaam bulloper ontpopt. Dat zal de
voogden niet zijn ontgaan. Bovendien
zullen zij niet iemand zonder kennis van
zaken met een stier op pad hebben
gestuurd. Achter Pieter Hagenaars naam
stond de aantekening, eveneens voor de
administratie van de stierenhouderij in
Schagen onmisbaar". Hieruit mogen we
opmaken, dat de bullestiekvan Schagen
er dus drie stieren op na heeft gehouden
Er waren veel koeien in Schagen en iedere
stierenleider moest met één bul z'n eigen
wijk of stielc bedienen. Iedere bul kon in
een seizoen 200 tot 250 koeien dekken.
Waarom de mannen bestraft moesten
worden vermeldt de historie niet. Erg
zwaar heeft het Hervormde weeshuis
zich hun vergrijp in ieder geval niet aan
gerekend. Misschien waren zij zich met
hun drieën op een kwade dag te buiten
gegaan aan wat sterke drank en hadden
zij zich misdragen door wat lallen en
brallen en het zingen van het
"Bulloperslied"
Valt er nog iaat te stieren
Voor mij en uoor de stier
De bul merkt uoor een kiuartje
En ik doe't uoor plezier.
Veel erger zal het niet geweest kunnen
zijn, maar zelfs voor kleine vergrijpen
kon men de toorn van de schout niet ont
lopen. Wellicht zijn zij weer op pad
gestuurd met hun bullen want snel drie
geschikte vervangers vinden, zal niet
gemakkelijk zijn geweest. Wanneer de
16