maar het gaat in beide gevallen om be-
scherm-ing, be-schut-ting) die niet
mocht worden afgebroken, omdat tegen
die schutting de Schutterij zijn doelen
had aangebracht.
Een stukje citaat uit een acte van 20 mei
1595 schetst de situatie nog nauwkeuri
ger. Ene Willem Ghijsbertsz is geld
schuldig aan zijn vader en hij moet iets
tot onderpand stellen. Hij besluit dat dat
zijn eigen huis zal zijn:
"zijn huijs ende erftve daer hij nu ter tijt in
woont staende ende leggende op Wijbedewerjf
bij noorden de wielsbrugghe belent (begrensd
door) met Aerian Albertsz Snijder aenden suij-
den (aan de zuidkant) ende jan Paulus ofte het
Capelrij huijs aenden noorden ende die Doelen
aenden oosten." Einde citaat.
We lopen vanaf de Markt het Noord op en
komen bij het punt waarop de gracht van
het Noord een aftakking naar rechts
krijgt richting Langesloot, Bronsloot,
Snevert. Op dat punt gaan we over de
Wielbrug, een brug die open kan, niet
door omhoog te gaan maar door te draai
en op wielen of op een wiel, vermoedelijk
volgens het systeem van een draaibrug.
Direct daar voorbij aan onze rechterhand
staat het huis van Snijder, daarnaast het
huis van Willem Ghijsbertsz en daarnaast
het huis van Jan Paulus, de Capelrij.
Daarover later meer. Achter die huizen
ligt de boomgaard met de Doelen en aan
de Doelen grenst aan het eind van de
Nieuwstraat het huis Rapenburch. Dat
moet haast wel betekenen dat we lopend
langs het water dat ons naar de
Langesloot brengt aan onze linkerhand
de Doelen zien en dan op de hoek of lie
ver de 'kop' van de Nieuwstraat het huis
Rapenburch. Het betekent dus ook dat de
Nieuwstraat 'doodloopt'op het water van
de zogenaamde wielsloot, zo heet hij
echt in een acte.
En inderdaad lezen we in een acte van
15 januari 1604 dat 'zeeckere huijsgen met zij
nen erue staende ende leggende binnen Schagen
op 't noorteijnt van de Nieuwe straet belent met
degemeene uaert aenden noorden ende Reijer
Jacobsz selue aende oosten ende snijden'
verkocht wordt. Als dat huisje aan het
noorden grenst aan het water en het huis
je staat aan de Nieuwstraat, dan zal ook
de Nieuwstraat op dat punt grenzen aan
hetwatervan de 'gemeene vaart', zijnde
de wielsloot.
In 1601 verkoopt Ghijsbert Jansz namens
zijn zoon Willem Ghijsbertsz - zie de
acte hierboven - het huis van zijn zoon
aan Thijs Claesz Schuijtvoerder.
Schuijtvoerder woont inmiddels al in dat
huis op het Noord. Ten zuiden van hem
woont - nog steeds - Aeriaen Snijders,
maar aan de andere kant (het noorden)
woont nu Jan Taekes.
Het gaat dus om het huis 'dat vrij huis
vrij erue [dat wil zeggen vrij van lasten],
soo 't selue bij Willem Ghijsbertsz ende sijne
voorsaten beseten is geweest (in het bezit was
van)' en de verkoop vindt plaats onder het vol
gende beding: 'besonderlicken dat die Schutters
van Schagen haer Doele achter aen 't achterschot
van deesen huijse sullen mogen setten ende een
ganck deur den voorseijden steghe hebben [vrij
toegang hebben door de genoemde steeg], en die
boede[de boet] die achter op 't erve staet, sal
staende bitven tot believen van Aerian Snijders
erven ende die Scutters van Schagen.'2)
Met andere woorden, de schutters
moesten gebruik kunnen maken van de
steeg vanaf het Noord om bij hun doelen
te komen, die doelen moesten bevestigd
mogen blijven aan de schutting die achter
het verkochte huis stond en de boet van
Snijders die daar kennelijk ook staat, zal
mogen blijven staan.
En wie kooptin 1611 de boomgaard? De
Edele Welgeboren Heere Johan Heere tot
Schagen, Barsingerhorn, Haringhuijsen,
Burchorn, Goudriaen enz. en van wie
koopt hij het? Van de schout, de Edele
Eeuwout Jansz Vertest, 'sijn scholtes alhier
[zijn schout alhier]', het gaat om
'het boomgaertgegenaemt de Doele leggende
binnen Schagen bij Rapenburch belent de Edele
Welgeboren Heere voornoemd seljfs ten oosten
ende noorden ende de erue van 't Noort ten wes
ten'.
Dit kan maar een ding betekenen: de
heer van Schagen is eigenaar van
Rapenburch en het huis met zijn erf
grenst zowel aan de oostkant als aan de
noordkant aan de genoemde boomgaard.
10