etrouwbare ran de sites wordt jden in 1648 tin *d om in aanleg van ötenborg werd in op rismeester ere projec- izen en jaar van 1661 in Vasterport )ude kerk 646 naar net hem 656, was hij ekvan verden gedu- landers in inleggen van rs 'de eerste a', en bijge- -Elf werden itaatswerken uoor het oude a Edet werd ederland. In len gegraven htersj.v. lis- en ves- )ok de reeds geroepen nzoon dap- 1ste was de r-kanaal, het i tot stand rs deel, biju. de leuens Gerdt 1640 tegen- ntusschen dilc- de de laatste ■ging het eene irlanders Nederlandschesluisbouwers werden ook gebruikt bij andere waterwerken. Voor de sluis- werken bij Söderström in Stockholm biju. en bij de verbouwing uan de Lilla Edet-sluis, ontbood men uit Nederland bouwmeesters en materiaal, cement en baksteen, waarvoor men den Nederlandschen naam 'klinkert' heeft behou den." Tot zover de belangrijkste informatie betrefende de familie Kuyl (Kuylenstierna) die op Zweedse websites op internet te vinden is. De informatie is niet altijd even duidelijk en een verwij zing naar de originele archiefstukken ontbreekt. Hier en daar wordt er verwe zen naar publicaties, mogelijk dat hierin verwijzingen staan naar de oorspronke lijke archiefstukken maar dat is moeilijk te controleren omdat het hier Zweedse publicaties betreft die in Nederland nage noeg niet zijn te vinden. In het hierboven aangehaalde frag ment uit het boek van Wrangel staat dat Johan Kuyl onder Karei IX naar Zweden is gekomen. Dat moet dus voor 1611 zijn geweest want in dat jaar werd Gustav II koning. De Zweedse Wikipedia ver meldt dat in 1624 de ingenieurs Johan Kuyl en Johan Schultz samen werk ten aan de nieuwe vestingwerken rond Göteborgen in 1643 samen met de Hollander Johan de König. Omdat het patroniem Jacobsz ontbreekt zou hier sprake kunnen zijn van verschillende personen. Mogelijk de grootvader of een oom van de Jan Jacobsz Kuyl, de timmer man en sluismaker, die we zoeken. Wat wel zeker is, is dat de gezochte uit Holland kwam en wel uit Schagen. De Schager relaties Bijna drie jaar na het noodlottige ongeval dat Jan Jacobsz Kuyl overkwam en dat leidde tot zijn dood in het najaar van 1661 ging Marittie Reijers naar notaris Pieter Kos in Schagen. In de akte die zij daar op 26 augustus 1663 liet opmaken lezen we dat den eerbare Marittie Reijers wed(uwe) uan sal(iger) Jan Jacobsz Kuijl, gewesene sluijsmaec- Icer in dienste uan sijne coninclijcke majesteijt uan Sweden ende aldaertotGottenburgh overle den uit Zweden naar Holland was gekomen om daar haar zaken te regelen. Omdat in Zweden nog het een en ander viel te rege len, zij meende namelijk nog recht te hebben op 200 rijksdaalders aan achter stallig loon van haar overleden echtge noot, werd Willem Jansz Kuyl gemachtigd al het nodige in het werk te stellen om dat geld los te krijgen van de Zweedse Kroon. In deze akte noemt zij Willem Jansz Kuyl haar 'schoon sone' wat uiterst merkwaardig is. Volgens de Zweedse bronnen is hij een zoon van haar overleden echtgenoot en de eveneens overleden Helena. Als we er vanuit gaan dat Jan en Marittie getrouwd zijn na het De slag in de Sont waar meer dan 600 doden vielen. 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2007 | | pagina 11