gepraat. Dat had opoe niet graag, want
dan vertelden ze dat ze in hun jeugd
naar het café gingen en een kistje bier
bestelden, dat ze dan samen opdron
ken. Als hij dan weer op huis toe ging
werd hij vol geladen met aardappelen en
de groenten die voorradig waren. Ook
werd dan verteld dat tijdens de oorlog
mensen te voet van Amsterdam kwa
men om eten te kopen. Maar bij de boe
ren was er ook niet veel. De Duitsers
hadden alles in beslaggenomen tij
dens de hongerwinter. Opa vertelde dat
ze steeds bij hem konden mee-eten.
Soms gingen we naarSjoerd, dat was
een veehandelaar. Dan gingen we op de
fiets over de spoorlijn en over de pro
vinciale weg naar Harenkarspel waar hij
woonde. Het was een grote dikke kerel,
een echte veehandelaar. Dan werd het
flesje jenever uit de kast gehaald en werd
er echt over koetjes en kalfjes gepraat.
De bullebak in het Alkmaarder meer
Elke dag kwam de postbode. Die bracht
de krant en soms een kaartje of brief.
Wanneer mijn opoe schreef, gaf ze de
brief aan de postbode met het geld voor
de postzegel. In het Noord-Hollands
Dagblad had je een stripverhaal van de
bullebak in het Alkmaarder Meer. Dat
was een angstaangrijpend verhaal. Die
knipte ik dan uit en plakte ze op elkaar
net als een boekje. Want in die tijd was
er geen geld. De families kochten op
krediet en als het loon of het melkgeld
kwam, werd er betaald. Mijn opa kon
niet lezen en schrijven. Maar uit zijn
hoofd rekenen kon hij beter dan ik. Om
een koe te kopen of uit te rekenen hoe
veel x kilo sperziebonen a 4 cent was, had
hij geen probleem. In zijn jeugd was hij
vaak ziek geweest en is hij niet vaak naar
school gegaan. Daarom werd 's avonds
na het eten en de nieuwsberichten op
de radio, welke in de hoek op een con
sole stond, door mijn opoe het Noord-
Hollands Dagblad voorgelezen. Vaak
had ik dan commentaar, omdat opoe de
soms buitenlandse woorden dan niet
goed uitsprak. Maar de buitenlandse
politiek werd niet behandeld. Een artikel
van meneer X welke op de fiets op straat
gevallen was omdat er een hond tegen
zijn voorwiel liep, werd ruim toegelicht.
Je weet wel, diegene die met Y getrouwd
is, de zwager van Z, enz., enz. Ook de
prijzen van de groenten, het vee en het
weer werd met veel commentaar belicht.
Na het melken kwam opoe in een schaal
een paar liter melk halen, welke ze liet
rusten, 's Avonds haalde ze met een scho
teltje het laagje crème er vanaf, welke ze
in de houten karnton deed. Als deze dan
bijna vol was werd gekarnd en hadden
we verse boter. Vaak ging opa 's winters
naar zijn broer ernaast, dan werd over
koetjes en kalfjes gekletst. Vaak zaten de
kinderen om de tafel om erwten of bonen
te lezen, dus de slechte of steentjes er uit
te halen. Er werden dan verhalen verteld
waar je bloed van stolde. Het ging dan
over buren die zich opgehangen had
den of zich voor de trein hadden gewor
pen. Ook werd dan breeduit verteld hoe
je met een brandende turf in een stoof in
de alkoof in kon slapen zonder ooit weer
wakker te worden door vergiftiging.
Maar dan gingen we vroeg naar bed,
want om 4 uur 's morgens stonden we
op om de koeien te melken. Toen ik
eens aan het melken was, tilde een koe
zijn poot op en zette deze in de melk
emmer. Mijn opa moest erbij komen
om hem er uit te halen, want ik kreeg
het niet voor elkaar. Een andere keer
zette ze haar poot op mijn knie. Toen
ik probeerde de poot er af te drukken
viel hij op de rand van de emmer en
de emmer viel om. Opa was toen erg
ontevreden met al die melk in de groep.
Pukkie
Elke koe had een naam, één heette
Blauwtje, omdat ze blauwgrijze haren
had. En ander Antje en je had er ook één
die Pukkie heette. Deze gaf heel veel
melk, meer dan een emmer. Daar was
opa trots op. Eens ging ze na het kalve
ren weer in het land, waar ze met haar
uiers het gras raakte. Zulke grote uiers
had ze. Eens had opa het land met gier
bestrooid. Na een paar weken werden
de koeien op het land gezet. Omdat het
in die tussentijd niet geregend had was
nog veel gier op het gras blijven zit-