Kees, Toon en de Groene Marinus Schroevers 't Was januari geworden, januari 1939. Joop de Leeuw had al zes weken geleden 't vet van z'n schaatsen verwijderd, de anderen volgden, Aldert Schot, Micky Middelbeek, eigenlijk Klaas, Jaap van der Pijl, Dolf Timmerman, Klaas Roos, Rien Schroevers, al die anderen uit de zesde klas van meester Beunder. Maar haast elke dag meldde de Schager Courant in zijn weerbericht, onderkop 'De Bilt Seint': 'Nog zacht weer voor den tijd van het jaar.' Gebeurde er al met al niets enerverends voor elfjarigen te Schagen aan het begin van een nieuwjaar? Maar zo was het voor mij wel allerminst, ik ga over in de tegenwoordige tijd. Want het is zater dag 8 januari, en des zaterdags is er nog school, maar meester Beunder is opge roepen voor enig examen en meester 't Hooft neemt waar. (Dribbel, was de bij naam, je begreep het meteen als je hem zag lopen met die korte, kwieke pasjes). Er knapt een spetter toeval: meester Drib bel heeft een enveloppe met iets van belang thuis laten liggenhij verzoekt de leerling Rien Schroevers, op de hoogte van zijn adres, want tegenover hem in de Cornelis Bokstraat wonend, een en ander te gaan halen. Ik verlaat dus de school, terwijl al die anderen binnen zijn, ik snuif de lucht van de aperte vrijheid in, te warm voor de tijd van het jaar. Ik steek het plein voor de school over, overleg mijn route. Ik loop in een wolk van genot. Ik passeer de Stille Laan. En dan gebeurt het. Ik zie een oploop van mensen voor het gebouw van de Schager Courant. Ik begeef mij erheen, ik word er heen gezogen, ik heb niets meer te vertellen. Weldra onder scheid ik de Groene, dat piepkleine automobieltje, iedere Schager kent z'n bijnaam reeds: het is het onooglijke, gif groen geverfde karretje waarmee twee tomeloos moedigen de Rallye van Monte Carlo zullen gaan rijden: Kees Kruit, garagist te Schagen, Anthony van Kam pen, Toon, voor familie en bekenden, journalist van de Heldersche Courant, gelieerd aan de Schager Courant. Twee jonge jongens, twee vrolijke snaken boordevol fantasie. Twee onbeschrijfelijk dapperen, ze zijn nu al helden in Noord- Hollands Noorderkwartier, al beluistert men ook scepsis. Want het is toch vragen om moeilijkheden, meedoen aan zo'n loodzware automobielwedstrijd met zo'n onooglijk karretje! Ik begeef mij richting mensenzee en de Groene. Het betreft het onofficieel ver trek. Directeur De Raat heeft reeds de positie ingenomen om een afscheids speech te houden. De fotograaf heeft z'n driepoot opgesteld. Kees Kruit, lange leren jas, onafscheidelijk alpinopetje, zegt; 'Kijk, daar heb je dat jochie van Schroevers, ga jij maar bij het rechter voorspatbord staan.' (Ik begeef mij naar het van mij uit linker spatbord. Ik weet al dat de ware autokenner rechts en links benoemt zoals gezien vanuit de zetel ach ter het stuurwiel). De fotograaf grijpt in. Hij zegt dat dat niet gaat. Hij verduidelijk dat de reeds thans legendarisch verklaar de Groene in alle details van zijn geringe maten op de foto moet. Hij wijst mij een andere plek, vooraan, gezien mijn elf jarige lengte, nog juist zichtbaar tussen directeur De Raat en journalist Van Kam pen, die een enveloppe met inhoud voor onderweg overhandigd gaat krijgen. De toespraak vindt plaats. Hetminuscul autootje wordt gestart. De moedigen ver trekken. De omstanders applaudisseren Eén man roept luidkeels Bravo, Bravo! Alsof die twee dat nog zullen horen, want Kruit laat even met een forse roffel van een open knalpot de kracht van dat onderdeurtje zien en is al aan het eind van de Dorpen. Heb ik het al met al over een gebeurte nis van reusachtig formaat, als je even je schoolbank mag verlaten? Ja, natuurlijk, en eens te meer zul je de verrichtingen van die reeds diep bewonderde waaghal zen volgen, die twee en een halve week die nog komen, via de Schager Courant. Hier, verslag van het vertrek door een 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2004 | | pagina 8