Afbeeldingen van Schagen in de Atlas Sehoemaker Fred Timmer Schagen is eeuwenlang niet meer geweest dan een van de Westfriese dorpen, gelegen aan een kruising van wegen. Daar veranderde het feit dat het dorp in 1415 een stad werd niet zoveel aan. Ook de belening van het gebied aan Willem, de bastaard van Holland, waardoor Schagen bestuurscentrum van de Schagercogge werd deed dat niet. Misschien zorgde het verkregen marktrecht voor wat economische activiteit. Maar toch... Er woonde hier geen economische of sociale boven laag die tekeningen of schilderijen liet maken - of het moest de heer van Schagen zelf zijn. Er woonden in Schagen dan ook geen kunstenaars van naam en er zijn dan ook heel weinig kaarten van Schagen gemaakt. De kaarten die er zijn, zijn gemaakt in verband met processen voor het Hof van Holland, of zelfs de Grote Raad van Mechelen. Aan het eind van de Middeleeuwen wer den de steden in de Noordelijke en Zuide lijke Nederland (het huidige Nederland en België) steeds belangrijker. Daar con centreerde zich de handel en nijverheid; daar werd het grote geld verdiend. In de Gouden Eeuw vormde zich een burger lijke elite die zich een grote weelde kon veroorloven. Denk aan de rijke steden als Brugge, Gent, Antwerpen, Dordrecht, de Amsterdamse grachtenpanden en de bui tenhuizen langs de Vecht. Aan het einde van de zeventiende eeuw was de economie weliswaar op z'n retour, de gouden jaren waren voorbij, maar de schatrijke elite bestond nog steeds en men koesterde de verworvenhe den uit de voorbije Gouden Eeuw als een groot en kostbaar goed. De welgestelde, geciviliseerde elite hield zijn bezit weliswaar in stand met name de handel, maar hield zich persoonlijk liever met meer cultureel getinte zaken bezig. Men deed aan literatuur, toneel, dans en muziek; men bestudeerde de nationale geschiedenis - en dan vooral de hoogtepunten - en de natuur. Boven dien etaleerde men graag die kennis door het aanleggen van gigantische verzame lingen: rariteitenkabinetten van de meest vreemdsoortige zaken, maar ook enorme verzamelingen van natuurprenten. Voor al echter verzamelingen van honderden topografische afbeeldingen waren in zwang, waarbij men ook nog eens zoveel mogelijk encyclopedische, feitelijke ken nis bijeen bracht. Aanvankelijk, in de zeventiende eeuw, lag de nadruk vooral op het verzamelen - hoe meer hoe beter. Men nam afbeeldin gen en historische feiten gemakkelijk en veelvuldig van elkaar over zonder zich te bekommeren om de juistheid ervan. In de loop van de achttiende eeuw werd men kritischer. Afbeeldingen en infor matie moesten kloppen en de enige betrouwbare controle was eigen waar neming. Men ging, als dat maar enigs zins mogelijk was, zelf op pad. Men liet afbeeldingen door beroepstekenaars maken en raadpleegde uitvoerig de beschikbare literatuur om aan betrouw bare informatie te komen. Evenals in de zeventiende eeuw moest de veelheid imponeren: men streefde uiteindelijke naar volledigheid. Het gevolg hiervan waren enorme verzamelingen. Veel van deze verzamelingen zijn in de loop der jaren versnipperd en verdwenen. We kennen ze slecht uit inventarissen van familiearchieven of uit veilingcatalogi. De gigantische verzameling topografi sche afbeeldingen met uitgebreide his torische aantekeningen van de Amster damse lakenkoopman Andries Sehoema ker is door allerlei oorzaken wel bewaard gebleven, weliswaar verspreid over een aantal musea en bibliotheken. Onlangs is deze omvangrijke verzame ling volledig op cd-rom op de markt gebracht. Om een idee te geven van de omvang: het handschrift 'West-Vries- landt' omvat vier lijvige banden, waarin 220 plaatsen en streken worden behan deld, verlucht met 1315 tekeningen, op meer dan 1900 foliobladen. Deze banden maken nu deel uit van de collectie van Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam. Volgens eigen zeggen begon Sehoema ker in 1725, op 65-jarige leeftijd pas met 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2004 | | pagina 14