Het andere document betreft het waar
nemen van de honneurs voor Magda
leentje Jans ten tijde van het passeren van
de hierboven al genoemde acte betreffen
de de verdeling van de erfenis van Neel
Jans na het overlijden van Anna Cornelis,
de moeder van Magdaleentje.
Jan Diefleyder, de vader van Jan Jans Hof
kerk, wordt in deze actes dus gedoopt als
Jan Jans Langevelt. Zo, dat is me wat.
De actes Langevelt
Terug naar Haarlem. Zijn er documenten,
notariële stukken, waarin ene Jans Jans
Langevelt voorkomt? Weer een complete
verrassing. Die zijn er, en wel heel wat,
meer dan tien.
In bijna al deze documenten treedt Jan
Jans Langevelt op als getuige en wordt
hij steevast 'gerechtsbode tot Scha-
gen' genoemd. Dat is dus wat hij was,
gerechtsbode, diefleider, rakker.
In twee van die documenten gaat het ech
ter over zijn vrouw, Brecht Jans. Ik dacht
dat ik alles wist nu, maar nee. Brecht Jans
is toch echt iemand anders dan Anna
Cornelis. Hij is dus tweemaal getrouwd
geweest.
En dan is er een nog merkwaardiger
document, gedateerd 10 augustus 1731
(Notarieel Archief4598, acte 111). Bijna
dertig jaar na zijn dood en 25 jaar na de
dood van zijn vrouw, Anna Cornelis.
In dat document (Notarieel Archief Scha-
gen inventarisnr. 4598, acte 111) legt
tegenover notaris Dirk Hoflaan een aan
tal mensen er getuigenis vanaf- op ver
zoek van Simon Overvliet Meester chi
rurgijn te Sint Maarten - dat zij Jan Jansz
Langeveld, "toegenaemtjan de Koek, in leven
gerechtsbode te Schagen" goed gekend heb
ben. Bovendien getuigen zij dat hij de
volgende kinderen had: "tweeZoonen den
eenen genaamt Adriaanjans den tweeden Jacob
Jans Langeveld. Ende drie dogters genaamt
Trijntjejans, Marijtjejans, Anna Jans ende
Magdaleentjejans Langeveld".
Drie dochters zijn er vier geworden, de
vierde, Marijtje, is erboven geschreven.
De vrouwen, Brecht Jans en Anna Cor
nelis, worden niet genoemd. En waar is
Jan gebleven? Simon Overvliet moet hem
toch echt gekend hebben.
Adriaan, Jacob, Marijtje en Magdaleentje
zijn, zoals het heel beeldend wordt uit
gedrukt, "sonder zaad int leven naar te laten"
overleden. Van de beide andere was Trijn
tje weliswaar getrouwd met Jan Pieters
Straatman en had ze wel een dochter
gekregen (Brecht Jans), maar die dochter
was overleden zonder kinderen te heb
ben gekregen, terwijl de andere, Anna,
getrouwd met Simon Overvliet, eveneens
een dochter had gehad, maar ook die was
kinderloos overleden. Er moest kenne
lijk weer een erfenis verdeeld worden en
daartoe was het nodig dat dit getuigenis
werd afgelegd.
Maar was Jan Jans Hofkerk gebleven?
Die was op 20 juni 1722 begraven in
Alkmaar, in de Grote Kerk, Zuidergang
No.333 (Alkmaar, dtb 41). Hij wordt
in dat laatste document door de getui
gen niet genoemd, terwijl degene die
de getuigen verzocht het getuigenis af
te leggen van het bestaan van Jan Jansz
Hofkerk heel goed op de hoogte was en
zonder twijfel ook van zijn overlijden in
juni 1722.
Brecht Jans
En dan zijn er nog twee documenten
waarin Jan Jans Langevalt wordt
genoemd, gekoppeld aan zijn vrouw
Brecht Jans.
Op 16 maart 1663 - zie Notariële Archie
ven Schagen, inventarisnr. 4565, acte 49
- komt ene Jan Tonesz "wonende op nieuw-
landt inden banne van Oude Niedorp" bij
notaris Pieter Rus in Schagen om zijn
testament op te maken en zijn vorige tes
tament, op 1 april 1643 gepasseerd bij
notaris Jacob Bredenburg in Alkmaar, te
herroepen. In dit testament vermaakt Jan
Tonesz zijn goederen gelijkelijk aan zijn
kleindochter Grijten Jacobs, dochter van
zijn overleden zoon, Jacob Jansz en
DiewerTussens enerzijds en anderzijds
aan de kinderen van zijn dochter, Brecht
Jans, die getrouwd is met Jan Jansz Lan
gevelt "gerechts boode tot Schagen".
Brecht Jans moet dan nog in leven zijn,
anders zou ook naar haar verwezen zijn
als naar 'saliger dogter' zoals bij zoon Jacob
Jans het geval is.