tekening: J.N. de Wit Bronnen: Burgerlijke stand Schagen. Reg. Arch. Alkmaar. Kadaster Alkmaar. Dienst Bouw en Woningtoezicht Schagen. Fam. A. Volten en fam. K.PIoeger. voor de boerderij van Limmen op de terp Avendorp, van P.de Boer op de Nes, Alex de Ruijter op Hemkewerf en Sneek aan de Oudedijk in Burghorn om er enkele te noemen. Ook de herbouw van het boerderijtje aan Molenweg 6 van Dolf en José stond onder zijn bezielende leiding. Om een verant woorde bouwstijl te realiseren werden overal oude bouwmaterialen opgetrom meld. Voor de reconstructie van het vier kant, gemaakt door de gebr. Onneweer, wist Koopman beslag te leggen op oude grenen balken afkomstig uit een afgebro ken zaad pakhuis van Sluijs Groot in Enkhuizen. De zolderbalken deden ooit dienst in het oude weeshuis van Scha gen en de nog gave zolderdelen kwamen uit de gasfabriek van Den Helder. Het tekort aan stenen werd aangevuld met stenen van het gewenste formaat en kleur afkomstig van diverse afgebroken pan den. Na grondige voorbereidingen konden Jolanda en Yvonne Volten in 1983 de eer ste steen leggen voor hun nieuwe ouder lijk huis. Het is een huis geworden zoals Koopman dat zag en gebouwd naar de wensen van de familie Volten. Een huis met het wooncomfort van de moderne tijd. Wie nu de Molenweg op komt lopen en de oude stolp van Hendrik Ploeger nog heeft gekend, zal in de nieuwe bouw vorm wel de Westfriese bouwtraditie maar nauwelijks gelijkenis met zijn voor ganger herkennen. Dat was ook Koop- man's doelstelling niet. De hele boerderij is zelfs iets verplaatst. Met de naam "de Konne Hoeve" (een dubbele woordspe ling), die op de voorgevel is aangebracht, willen Dolf en José elk hun eigen mening tot uitdrukking brengen. De ene woordspeling slaat op de kwaliteit van de bouwvakkers en is afgeleid van het Westfriese gezegde: "ze konne der wat van". De andere versie is een eerbetoon aan wijlen architect Rien Koopman en de beide vierkantbouwers, de gebroeders Onneweer. (vandaar de Konne-Hoeve). 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2004 | | pagina 20