ebed kreeg een kan bier het bier elijks een sen de ratuur hoger rinkwater n kwaliteit), comple- en op dagen dvoeding. natrozen !r honderd voor ieder riutsje wijn d niet alleen liteen mutsje rgebleven tie was er geten. verden dan ten of witte of rijst met aer week een okvis met gewisseld reen kreeg irood met acht dagen ind boter, azijn er op raakte folie. Om de varken g. Om toe te portie kreeg, :n uitgedeeld aootsman, Het eten iet een lokje tidden zal en enorme discipline van alle bemanningsleden hebben gevraagd, dat ieder het zijne kreeg. De dek officieren moesten er dagelijks ook op toezien, dat de koperen kookketels goed schoon gehouden werden. Ondanks deze regels zullen de schepelingen vaak verschimmeld brood, gort met mijt, ranzige kaas of boter en vlees waar maden uitkropen hebben moeten eten. Soms moest het drinkwater wegens kleine waterdiertjes door een doek worden gefilterd. Wegens het ontbreken van verse groente en fruit, stierven vele matrozen aan scheurbuik. Ontstoken tandvlees en ver lammingsverschijnselen waren de symp tomen. Ook het uitbreken van tyfus mag niet onderschat worden. Deze ziekte werd verspreid via de eigen uitwerpselen en luizen en ging gepaard met hoge koorts. Er was geen chirurgijn die deze ziekten met een lepel limoensap, waar iedereen aan likte of een glas brandewijn, kon voorkomen, laat staan behandelen. Wie kwam te overlijden werd in een stuk zeildoek gewikkeld en na een kort gebed overboord gezet. Via de Kaap De meeste schepen vertrokken vanaf de rede van Texel, richting het Kanaal, of soms om Schotland heen om de Duin kerker kapers te ontlopen. Men koerste tot de evenaar langs de westkust van Afrika en vervolgens langs de oostkust van Zuid Amerika. Bij de 23ste breedte graad boog men naar het oosten af rich ting Kaap de goede Hoop. Hier hadden de bewindhebbers op 6 april 1652 door Jan van Riebeeck (1618-1677)een ver~ versingsstation laten inrichten, om de proviandering te verbeteren. Binnen een paar jaar had hij hier een doeltreffende groentekwekerij en een brouwerij van de grond getild, dank zij het hier over vloedig aanwezige drinkwater. Deze tussenstop na circa vier maanden op zee bracht de schepelingen op hun barre reis naar de Oost enige verlichting. Het zal weinigen gegeven zijn om zich even aan de wal te kunnen verpozen uit angst van de schippers voor desertie van beman ningsleden. Na inname van verse groenten, vlees en water koerste men verder richting Australië. Voor het Australische continent boog men naar het noordoosten af en pas na vijf maanden arriveerde het konvooi in Batavia. Na met allerhande specerijen, koffie, suiker of kaneel te zijn vol gestouwd waren de bemanningen weer genoodzaakt naar Holland te vertrekken. Voor de afloop van hun contracten konden zij wel weer in Patria terug zijn. Natuurlijk vergingen sommige Indië- vaarders met man en muis. Dat is uitgebreid beschreven. Koopvaarders die niet vergingen, en dat zijn de meeste, waren niet interessant voor de toen malige auteurs. Vele schepen deden meerdere reizen. Het schip Beemster b.v. met 120 koppen aan boord vertrok in 1668,1671,1675 en 1676 van de rede van Texel. Misschien wel met boter en kaas, erwten en bonen van Schager boeren als proviand. Het lag dichtbij het vertrekpunt. Maar, om iets vollediger te zijn, de koopvaarder Beemster vertrok nog eens voor een vijfde tocht naar het verre Azië. Nu nietvanaf Texel, maar vanaf de rede van Fort Rammekens bij Vlissingen. Bronnen: Nr. 4968,14338, 14339 A.R.A. Den Haag Scheepvaartmuseum Amsterdam Geschiedenis der VOC Femme S. Gaastra. 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2002 | | pagina 15