Matroos uit het reisjournaal van de Gelderland in 1602 naar de Molukken. (A.R.A. Den Haag) verlies aan schepen door stormen of kapingen en toenemend verzet in de Aziatische landen, enorme winsten geboekt. Na bijna twee eeuwen moest het enorme handelsnetwerk toch door terug lopende winsten, concurrentie met buitenlandse handelaren, de vierde Engelse Oorlog (1780-1784) en interne problemen, zoals privé handel en corruptie, op 17 maart 1798 formeel worden opgeheven. Grote verliezen Zoals gezegd, verloor Cornelis de Hout man op die eerste reis tweederde van zijn bemanningsleden. Men kan zich hierbij afvragen of de omstandigheden aan boord dan zo slecht waren. Over het algemeen vielen de verliezen aan man schappen bij de latere VOC wel mee. De hoge verliezen van de Houtman waren mede te wijten aan onderlinge menings verschillen, vooral met zijn mede bevel hebber van Beuningen en strijd met de Javanen. Bovendien waren zij heen en terug gevaren en bijna 2 jaar onderweg geweest. De latere Compagnieschepen waren ca. negen maanden onderweg en het sterftecijfer wordt geschat op ca. 15% voor de heenreis en 10% op de retour schepen. Ondanks dat wist de Compagnie zijn schepen, hoe dan ook, weer bemand te krijgen. Er is door onderzoekers middels het uit gebreide VOC archief in Den Haag berekend, dat er tijdens de tweehonderd jarige periode van haar bestaan bijna een miljoen personen met ca. 5.000 compagnie-schepen naar Azië zijn vervoerd. Dat komt er op neer dat gemid deld 200 personen per schip ongeveer 9 maanden lang in een zeer krappe behuizing moesten leven, werken en slapen. De koopvaarder Breeda groot 200 last van de kamer Hoorn vertrok op 5 mei 1638 met wel 300 koppen aan boord. Het maakte acht reizen, 't Casteel van Me- demblik zeilde op 9 december 1664 het zeegat van Texel uit met 264 koppen en was op 25 oktober 1667 weer bij Texel terug.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2002 | | pagina 11