18
Des middags was het plechtig lof in onze kapel, dat was indrukwekkend
voor ieder van ons. De gedachte dat wij weer echte kloosterlingen waren
door de tijdsomstandigheden de straat opgejaagd, als het ware volop in het
Jezus weer als Koning ge/eteld in de monstrans. Wat konden wij toen vurig
bidden van "Heer blijf bij ons en verlaat ons huis nimmer Het Te Deum
Laudamus werd met geestdrift blij gezongen door allen, met na het lof. Dank
Jezus dank voor al de zegeningen.
Na het lof kwam mijnheer deken het feest verhogen met de zilveren bruid te
feliciteren in onze feestzaal. We mogen gerust zeggen wij hadden onze
goede Vader in ons midden. Bij die gelegenheid heeft een zuster dan ook
namens geheel ons kloosterconvent een prachtwens als dank opgezegd voor
alles wat zijn eerwaarde voor ons, vooral in deze tijd van beproeving heeft
gedaan. De steun en troost voor ieder van ons een vader, een zorgzame vader
naar ziel en lichaam, was u mijnheer deken, zo waren de woorden van de
wens.
Mijnheer deken was daardoor zeer ontroerd en wachtte enkele ogenblikken
vooraleer hij een woord van dank kon uiten.
Daarna werd de levensschets in geuren en kleuren op enige meters papier
geschetst en uitgebeeld toepasselijk op de zilveren bruid gezongen, wat de
ernst weer veranderde in blijde luim en vreugde, na een paar uur van gezellig
samenzijn ging mijnheer deken ons weer verlaten en liet de dag vlug ten
einde.
Daar de toestanden ernstig waren in de buitenwereld ging het er in de
feestzaal nog lustig aan toe tot 's avonds bij half negen dus was het geen bal
na, zoals men dat bij gewone feestgelegenheden wel eens kan meemaken.
Als grote bijzonderheid mag hier nog even worden aangestipt en waar de
zilveren bruid zeer verwonderd van stond te kijken en erg mee verrast was,
n.1. een brief als felicitatie uit het moederhuis van de eerwaarde overste. We
waren in vijandschap met Tilburg. Tilburg was bevrijd gebied zodat wij daar
niets van konden verwachten daar wij nog onder het juk van de Duitsers
waren. Dat gaf een vreugde aan ieder van ons maar vooral aan het bruidje.
Het gaf haar weer moed en kracht om met de hulp van haar lieve Bruidegom
het nieuwe tijdperk te beginnen en te zullen volharden.
Wordt vervolgd
De Kakelepost, oktober 1999