Maria Boodschap zoals
het aan de Molenstraat
stond.
Daar kon de zuster van de
mannen het aanzien en zelfs
'O zeg... dat is mijn deken'.
En zo ging onze moeder na
rijp beraad weer een bezoek
brengen aan het loket, doch
mocht toen als moeder
overste even verder komen
bij de wachtfuhrer. Toen
moeder van de diefstal had
gesproken keken twee
elkander onschuldig aan en
zeiden dat hun zo'n geval
geheel onbekend was en dat
er 's nachts nog wel een
wacht voor aangesteld was
om alles te bewaken, en
daarmee kon ons moeder toen heengaan. We deden maar wijs daarover
verder maar geen moeite te doen om vele ander dingen daarmee te
voorkomen.
Oktober 1944, de grote schoonmaak.
En zo gingen wij met allen aan het werk om ons klooster weer een
fatsoenlijk aan zien te geven. Zuster Damiana had de leiding. Met vier
werkmensen, die anders voor de wehrmacht aan het werk moesten,
(mijnheer deken huurde ze voor ons huis schoon te maken) en nog enkele
hulpvaardige meisjes begonnen we dat grote werk aan te pakken. Na enkele
weken was dat werk voltooid. De kapel kreeg een grote schoonmaakbeurt en
zag er zo schoon en fris uit zodat de lieve Bruidegom daar opnieuw in Zijn
huis Zijn troon kon bestijgen, om naar wij zullen hopen daar te kunnen
blijven zolang Hij het zelf goedvindt.
Het zilveren feest van zr. Venantio
Met veel ijver moest er ook gewerkt worden, want 2 november was het
zilveren feest in onze woon. Zuster Venantio was de bevoorrechte bruid.
Reeds lange tijd ging het gesprek al. Waar zal dat gevierd worden en nu nog
wel in ons klooster dat was een buitenkansje voor ons allen. Alles was dus
op die dag berekend. De zondag daaropvolgend, daar 2 november de
gedenkdag van Allerzielen was, zou dat zilveren jubilee feestelijk herdacht
worden.
De Hoogmis was tot intentie van een eerwaarde zuster die haar zilveren feest
vierde (dit was van de kansel afgelezen, verder was het in Schagen onbekend
gebleven). De mensen dachten dat die H. Mis door iemand was besteld die
familie in een klooster ergens familie had. We mochten er ook geen gewag
van maken daar men toch niets krijgen kon om geschenken te geven, en och
het was maar beter volgens het oordeel van moeder er geen gerucht van te
maken. Maar het intieme feest in de refter onder elkander was buiten
verwachting. De recreatiezaal was keurig versierd, aan het ontbijt een pracht
wens opgezegd toepasselijk op de toestanden waarin wij geleefd hadden die
laatste tijd - het geluk als Bruid van Jezus te zijn, om bij hem de kracht te
putten die wij nodig hebben - alsook om weer met nieuwe moed de gouden
kroon te kunnen verwerven.
We waren toen met acht zusters, een feestcantate moest achterwege blijven,
maar dat werd vergoed door verschillende andere nummertjes, zelf nog een
levensschets kwam op de proppen waarbij zr. de toepasselijke
schilderingen er bij leverde, wat een lachsucces was.
Historische Vereniging Schagen e.o.
17