1941
en tot feestzaal ingericht, en een beetje versierd. De Hoogmis werd tot hun
intentie in de parochiekerk opgedragen en daarna gingen zij met hun familie
naar de versierde zaal. Toen zij er goed en wel aan de koffietafel hadden
plaatsgenomen, hebben de zusters een toepasselijk feestlied gezongen en
hebben moeder en zusters hun allen gefeliciteerd. Mijnheer deken met de
beide kapelaans kwamen in de middag ook feliciteren en vele bewoners van
Den Helder, die evenals als die familie uit Den Helder gevlucht waren en nu
ook in Schagen woonden, kwamen hen feliciteren. Niet lang echter mocht
vader Ran zijn gouden feest overleven. Veertien dagen daarna werd Ran3
ernstig ziek, en na voorzien te zijn van de H. Sacramenten der stervenden,
overleed hij 22 november en werd 25 november in Den Helder begraven.
Moeder Ran met haar dochters en ook de tante beleven bij ons wonen.
Bij verschillende
burgers was de
voorraad op en moest
men zich van hout
bedienen.
Niet lang daarna overleed een onzer kostdames en nu verzocht tante die
kamer te mogen bewonen, hetgeen wij haar gaarne toestonden. Vanaf 1
januari 1941 bewoont nu de wed. Ran-Verberne deze kamer en heeft nu haar
vast verblijf in het gesticht. Daar nu door het vermeerderen der bewoners
van het gesticht de werkzaamheden in de keuken te veel werden voor een
zuster, kregen wij van onze beminde eerwaarde overste met november een
jonge zuster (zr. Mijnarda) voor de keuken er bij.
Door de omstandigheden van de oorlog was er geboden dat van
zonsondergang tot zonsopgang alle gebouwen geheel verduisterd moesten
worden. Daarom was onze kapel ook verduisterd en konden wij geregeld
daarin 's morgens en 's avonds onze geestelijke oefeningen doen. De
parochiekerk was te groot en eiste te veel onkosten om die te
laten verduisteren, daarom besloot onze eerwaarde heer deken
de eerste H. Mis in de week, 's morgens om zeven uur, in onze
kapel te lezen en daarbij ook de mensen uit de plaats
gelegenheid te geven tegenwoordig te zijn, waarvan door
verschillende mensen ook gebruik werd gemaakt. Voor de
zusters en ook voor de hulpbehoevenden die in ons gesticht
wonen was dit een grote voldoening. Ook werden er in de
Advent vier verschillende geestelijke oefeningen gegeven in
onze kapel voor de afdelingen der congregatie. Een voor de
vrouwen, een voor de mannen, een voor de meisjes en een
voor de jongens.
Brandstofgebrek
De oorlog bracht ook nog ander moeilijkheden. De
brandstoffen werden schaars en het vervoer van de steenkolen
was dikwijls moeilijk. Wel hadden wij een voldoende
toewijzing voor kolen gekregen, maar onze leverancier was
slechts met grote moeite in staat op tijd de nodige brandstoffen
te leveren. Bij verschillende burgers was de voorraad op en
moest men bij gebrek aan kolen zich van hout bedienen. Dit
was bij ons in de keuken ook al het geval, maar voor de
centrale verwarming ging dat natuurlijk niet. Ook daar dreigde
kolennood en dat midden in de winter met al die oude en
hulpbehoevende mensen in ons gesticht. Vol vertrouwen
namen wij onze toevlucht tot de H. Jozef en het schietgebedje
"St. Jozef zorg" werd telkens weer gebeden. Een onzer zusters
maakte een heel eenvoudig liedje dat 's avonds in de recreatie
3 Cornelis Ran, zonder beroep, won. Den Helder, zn. van Cornelis Jacobus Ran en
Maartje Dijker, echtgen. van Ageta Buisman, overl. Schagen 22.11.1940, 87 jaar
oud. BS Schagen.
14
De Kakelepost, juni 1999