H. DEUTEKOM - KAASHANDEL TEL. INT. 61 SCHAGEN STEEDS VOORRADIG ALLE SOORTEN EDAMMERKAAS SPECIAAL GEKRUIDE EDAMMER 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 12 Voordat de boer de rijpe kazen naar de markt bracht werden ze eerst schoon geboend met warm kalkwater en vervolgens afgespoeld met koud water. Nadat ze waren afgedroogd werden ze met lijnolie ingesmeerd en pas dan waren ze klaar voor de markt. Het gereedschap dat de boerin bij de dagelijkse kaasbereiding gebruikte werd door haar dochters of de dienstmeid gereinigd, vrouwelijk personeel was voor veeboeren, zeker als zij geen dochters hadden, onmisbaar bij de dagelijks terugkerende werkzaamheden op de boerderij. Ze hielpen niet alleen bij de kaasbereiding, maar ook bij het spoelen en boenen van melkemmers en de boter- en kaastobben. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Aavertentie van kaashandel Deutekom in Schagen (1925) In de negentiende eeuw kwam een nieuwe methode van kaasmaken in zwang, waarbij de melk eerst werd afgeroomd. De kaas werd minder vet en de kwaliteit verbeterde. Bovendien was de kaas nu sneller rijp, zodat hij eerder kon worden verkocht. Ook gingen steeds meer boerinnen er toe over om nog maar een keer per dag te kazen. De ochtendmelk werd dan gemengd met de afgeroomde avondmelk van de vorige dag.' Dit betekende een flinke bespar ing van de hoeveelheid werk, maar het verwerken van de room en het reini gen van het gereedschap dat daarbij werd gebruikt kostte wel weer extra tijd. De room werd bewaard in een houten ton om na voldoende zuring te worden gekarnd. Dit gebeurde meestal een of twee keer per week. Daarna werd de boter gezouten en regelmatig gekneed. .Als de boter klaar was, werd hij overgedaan in houten koppen met een inhoud van precies een pond en naar de markt gebracht. De schaalvergroting na het ontstaan van coöperatieve zuivelfabrieken aan het einde van de negentiende eeuw was vooral voor kleinere boeren voordelig. Ze hadden minder personeel nodig en richtten zich nu voornamelijk op het produceren van melk, waardoor ze hun bedrijven konden uitbreiden. De opkomst van zuivelfabrieken leidde in Noord-Holland tussen 1895 en 1939 tot een toename van de melkveestapel met wel 41%. Een niet onbelangrijk deel van deze uitbreiding vond plaats in de crisisjaren, ondanks verschillende beperkende maatregelen van overheidswege. De eerste coöperatieve kaasfabrieken waren klein en verhandelden de kaas veelal nog gewoon op de markt. Aanvankelijk werd in de fabrieken op dezelfde manier gekaasd als op de boerderij. Later schaften de fabrieken stoomwerktuigen aan.4 Ook de kaasfabrieken in Schagen - Westfriesland, De Eendracht en de Schager Kaasfabriek- gebruikten bij de produktie een stoomketel (van 2pk). De kaasbereiding verschafte in ieder fabriekje werk aan drie tot vier mensen. Vanaf ongeveer 1915 werden er grotere fabrieken gesticht, die niet alleen kaas, maar ook boter produceerden. Hun produktie was zo groot, dat verkoop via de markt niet praktisch meer was. De zuivelproducten werden daarom steeds vaker rechtstreeks aan de afnemers geleverd of direct naar het bui tenland geëxporteerd. Dit leidde al snel tot het verval van de Purmerendse en

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1996 | | pagina 14