bouwkunde, tuinbouwkunde, plantenteelt, veeteelt, veevoeding, zuivelbereiding, raskennis, gezondheidsleer, bedrijfsleer en werktuigkunde. De opleiding werd gegeven gedurende twee opeenvolgende win ters aan leerlingen die zestien jaar of ouder waren. Per week hadden zij 23 lesuren. Later werd het aantal lesuren uitgebreid tot 29. De scholen streefden naar een combinatie van theorie en praktijk. De leerlingen werden tijdens de praktijkperiode dan ook regelmatig op de boerderij bezocht door de leraren van de school om te zien hoe zij het geleerde in praktijk brachten. Zodra de Rijksoverheid besloten had om landbouwwinterscholen op te richten, streefden de Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollandsch Noorderkwartier en de afdeling Scha- gen en Omstreken van de Hollandsche Maatschappij van Land bouw naar de vestiging van een Rijkslandbouwwinterschool in Schagen. Ook de gemeente stelde alles in het werk om de school binnen haar grenzen te krijgen. Na een hevige concurrentieslag met Alkmaar lukte het de ge meente in 1896 de vestiging van de Rijkslandbouwwinterschool in Schagen te bewerkstelligen. Zij hoefde alleen te zorgen voor een geschikte ruimte, want de leraren zouden door het Rijk wor den aangesteld en betaald. Er werden vervolgens drie rijksland- bou wier aren benoemd en er werd ook een Commissie van Toe zicht ingesteld. De eerste cursus werd gevolgd door dertien leer lingen en duurde van 21 december 1896 tot 17 april 1897. Daarna werden de lessen van 1 oktober tot 31 maart gegeven. Het twee de cursusjaar meldden zich twintig leerlingen aan. Het schoolgeld voor de volledige opleiding bedroeg ƒ20 per jaar, maar de leerlingen konden ook een deel van de cursussen vol gen. Dat kostte hen 2,50 per cursus met een maximum van 20 per jaar. 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1993 | | pagina 15