Presentatie Stichting Regionale
Geschiedbeoefening Noord-Holland
marjorie pigge
Op 14 december j.1. vond in Schouwburg Het Park in Hoorn
een presentatie plaats, waarbij de sinds kort bestaande Stich
ting Regionale Geschiedbeoefening Noord-Holland en haar
medewerksters (de konsulent regionale geschiedbeoefening
en haar sekretaresse) zich officieel presenteerden. Dertig van
de tachtig Noordhollandse historische verenigingen woon
den de manifestatie bij. Namens de Historische Vereniging
Schagen en Omstreken waren aanwezig Jan Eichhorn, Ruud
van de Pol, Fred Timmer en Marjorie Pigge. De dag begon
met een besloten gedeelte, waarin enkele sprekers het woord
voerden.
Prof. dr G.J. Borger, voorzitter van de stichting, opende de
manifestatie. Hij merkte op dat in Drente en Brabant het be
sef van eigenheid en trots op de eigen provincie veel groter
is dan in Noord- en Zuid-Holland. In Drente en Brabant zijn
dan ook al geruime tijd provinciale historici werkzaam, ter
wijl in Noord-Holland pas op 1 oktober j.1. Katja Bossaers is
aangesteld als konsulent regionale geschiedbeoefening. Ook
in Utrecht zal binnenkort een konsulent worden benoemd.
De overige provincies zijn nog niet zo ver.
Na de heer Borger kwam rnr F.G. van Diepen, gedeputeerde
voor kuituur, aan het woord. Zij wees er op dat ondersteu
ning van de regionale geschiedbeoefening zeer nuttig is, zo
wel voor professionele historici als voor vrijwilligers die op
dat gebied werkzaam zijn. Het feit dat er in Noord-Holland
bijna tachtig historische verenigingen bestaan, wijst op een
brede belangstelling voor geschiedenis en historisch onder
zoek. Een goede kennis van de eigen wortels en de eigen
identiteit is voorwaarde voor samenwerking op Europees
niveau. Tja, waar Europa tegenwoordig allemaal wordt bij
gehaald! Alsof regionale geschiedbeoefenaars tijdens het gra
ven in archieven denken: "Oei! Wat is dit nuttig voor Euro
pa! Flink doorwerken maar..." Het lijkt me ook sterk dat de
Europese samenwerking een van de redenen voor de pro
vincie is geweest om geld uit te trekken voor de regionale
geschiedbeoefening. Maar wie weet. De heer Borger legde dit
merkwaardige verband ook al. Mevrouw Van Diepen was
verder van mening dat de resultaten en de publikaties van
professionele en amateurhistorici ook van belang zijn voor
andere provinciale beleidsterreinen, zoals ruimtelijke orde
ning en het monumentenbeleid. Zij sprak de hoop uit dat de
aanstelling van Katja Bossaers zal leiden tot samenwerking
tussen professionele en amateurhistorici.
11