De boerderij aan de Oom Keeswegin de noodwoning heeft de familie Bijma (jachtopziener) nog een tijdje gewoond Bedrijfsleider en pachter 'Na twee jaar op dat Staatslandbouwbedrijf kwam Schuiringa, de toenmalige rentmees ter, naar mij toe en zei: Leen, wil jij ook be drijfsleider worden. Mijn oren klapperden, want wie denkt nou als boerenknechtje zomaar bedrijfsleider te kunnen worden. Ik kwam toen, dat was in '51, op het bedrijf waar nu Roza woont, dat was 10 bunder. Voor mij zat Berkeveld daar. Daar woonden we voor het eerst in een groot huis, met meer kamers. Tot die tijd hadden we altijd klein gewoond, dat was voor ons een hele overgang. Onze beide kinderen zijn aan de Oom Keesweg geboren: Gerda in '53, Adri in '59. Toen vonden we ons gezinnetje groot genoeg. Op die 10 ha verbouwden we aardappelen, bieten, een stukje tarwe en we hadden zes koeien. In i960 kreeg ik het aanbod naar de Wierweg te gaan, op nummer 10. Vanaf de brug gerekend de vierde boerde rij. Daar heb ik nog 12 koeien gehad en gemolken met de melkmachine. Mijn vrouw had niks met koeien en ook niet met paarden trouwens. Maar als we in huis zaten en ze hoorde iets, dan zei ze: 'Ik denk dat er een koe moet kalven.' Dan lag er weer een kalf in de groep te spartelen. We hadden ook nog twee var kens en vijf schapen, die waren van haar, de schapen. Toen ik uit Duitsland terugkwam had ik reumatiek. Volgens haar was daar maar een oplossing voor: wol. Ze breide voor mij wollen ondergoed en zo ben ik toch van de reumatiek afgeraakt. In 1967 werden de staatslandbouwbedrijven opgeheven en werd ik nog pachter. Ik kon ook kiezen voor de Noordoostpolder, maar mijn vrouw was hier niet weg te branden. In 1987 vond met name mijn vrouw het welle tjes en verhuisden we naar een bejaardenwo- De boerderij aan de Wierweg - Kroniek no. 64, 2ie jaargang, 2013/1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2013 | | pagina 36