Kroniek no. 59, 19e jaargang, 2077/2 Aanleg van de schutsluis te Den Oever bevolking van Den Oever moest nog wennen aan zoveel nieuwkomers en was dan ook niet echt vriendelijk. "Ben jij er ook een van een vreemde?" vroegen ze dan aan de kinderen. Die vonden dat heel erg. Ze voelden zich niet welkom in Den Oever. Bij de Afsluitdijk was ook een werkkamp ingericht en de beheerder, Van Dommelen, was ook afkomstig uit Brabant. Natuurlijk gingen ze daar vaak heen, want dat trekt toch. Op zondag mochten ze daar blijven eten, en wat was dat lekker! De vrouw van de beheerder vertelde dat de restjes de andere dag weggegooid werden voor de vogels. Doodzonde was dat, eten weggooien dat deed je niet! Dus mochten ze de restjes komen ophalen. Samen met broer Kees ging ze een paar keer per week naar het kamp, emmertje mee met een theedoek erover. Hadden ze weer een dag gratis eten. Lachend constateert mevr. Van 't Westende dat het gesprek weer over eten gaat. Ze was intussen 10 jaar en van naar school gaan kwam niet veel terecht. Ze zaten eerst in een zaaltje van een café, daarna in het huis van de kroonprins en tenslotte in de kerk van Oosterland. Samen met haar broertje en zusje ging ze daar heen. 's Winters was het vreselijk koud en ze hadden nauwelijks genoeg kleren, dat was een barre tijd. Ze liepen altijd langs een huisje waar grote kippen buiten liepen, "met van die grote kammen en rode lellen". Het meisje dat daar woonde komt ze nu weer alle dagen tegen, want ze woont in dezelfde gang in Kapellehof. De gemeente Wieringen besloot twee scholen te bouwen. In Hippolytushoef voor de katholieken en in Den Oever voor de gereformeerden. Dat was een heel gedoe, want de kinderen werden met een bus heen en weer gereden. Maar het was wel een vooruitgang. Lang is ze daar niet op school geweest, want kort hierna werd ze 14 jaar en ging ze van school af. Geld verdienen. Al gauw vond ze werk bij oudere mensen in een winkel waar touw en petroleum verkocht werd. Het loon was 3 gulden per week en het eten was er goed. Na 4 jaar kwam ze bij bakker Koorn in dienst en verdiende daar 5 gulden per week en ook daar kreeg ze lekker te eten. Daar leerde ze omgaan met de telefoon, wat toen, in de jaren dertig, heel bijzonder was. Na 5 jaar werken bij de bakker ging mevr. 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2011 | | pagina 38