het niet mogelijk was dan het werk voort te zetten, zodat ontijdig de terugtocht moest worden aanvaard. Wanneer de winter inviel, kon het doordringend koud én gevaarlijk glad worden Het is gebeurd dat een van mijn kameraden, uitgeput door de kou, de moed begon te verliezen en zich in barre kou ergens wilde neervlijen. Met geweld moest hij door de anderen aangespoord worden dit noodlottig voornemen niet uit te voeren. Doodmoe kwam men dan thuis, zodat haast de moed ontbrak laarzen en werkplunje uit te trekken. Hoe waren de eerste wegen? Dat waren schelpenpaden, die bij droog weer tamelijk goed te berijden waren; wanneer het geregend had, werden het "prutpaden", zodat het dikwijls noodzakelijk was, van tijd; tot tijd de modder van de banden af te halen, om te voorkomen dat het wiel klem zou lopen tegen het spatbord. Later kwamen er "slakkenzandpaden". B.v. waar nu de Westerterpweg en Nieuwesluizerweg liggen en bij de "dubbele dam" (ongeveer bij de plaats waar het "Vierde Dorp" komt). Langs deze paden fietste men van en naar het werk, dikwijls in "ganzenformatie", elkander vasthoudend, om tezamen beter te kunnen optornen tegen de lang niet zeldzaam voorkomende stormvlagen. Een enkele bevoorrechte reed op een oude "ploffer" Was er nog enige comfort op het werk? Wij beschikten over open schaftkeetjes, van het type zoals die nu nog op de "berging" bij Wieringerwerf staan, 's Zomers kon het ontzettend warm wezen. De grote kruik drinken, die meegenomen was, raakte dan spoedig leeg, en de dorst was dan dikwijls nog niet gelest. Soms werd iemand dan naar de "bewoonde wereld" gestuurd, om opnieuw de kruiken te vullen. Welke werkzaamheden heeft U nog meer verricht? Het egaliseren van de voormalige zeebodem vroeg ook onze aandacht. Zoals bekend, waren de kanalen onder water gebaggerd. De bagger werd gestort in z.g. "onderlossers". Op de plaats waar deze hun vracht waren kwijtgeraakt, ontstonden dikwijls heuveltjes, die over het land verspreid moesten worden. Schaften in de uitgestrekte polder 21 Kroniek no. 59, 19e jaargang, 2011/2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2011 | | pagina 23