Land uit Zee pachten van de auto- en rijwielstallingen HULDE AAN DE PIONIERS! (Een interview uit 1950) Velen, die niet de ontwikkelingsgang van de Wieringermeer hebben medegemaakt vanaf het begin, vragen zich in deze dagen af: Hoe was het hier nu vóór 20 jaren? Wij geven hieronder enige indrukken weer van iemand die hier reeds meer dan 20 jaar gewerkt heeft en met wie wij een dezer dagen een vraaggesprek hadden. Greppelgravers in de Wieringermeer, 1930 U merkte op dat U reeds meer dan 20 jaar bij de Polderwerkzaamheden betrokken bent; hoe kan dat eigenlijk? Hoewel de Polder in Augustus 1930 droog viel, was ik in April 1930 reeds bij de firma Kooiman, uit Harlingen, in dienst voor het opruimen der zeeweringen, die geen dienst meer behoefden te doen. Immers, sinds Februari van dat jaar waren de gemalen reeds in werking, en het opruimen der zeeweringen hield gelijke tred met het zakken van het water. Welke zeeweringen waren dat? Waar ik gewerkt heb, dat was vanaf Kolhorn (sluis) tot Nieuwesluizerbrug, waar dus nu de Waardweg loopt. Hoe was- toen de huisvesting? Kampen waren er toen nog niet; wij hadden kosthuizen in de randgemeenten. Wat voor werk heeft U nog meer verricht? Later ben ik werkzaam geweest bij het graven van greppels. Dit werd verricht in "aangenomen werk". Er kon een loon verdiend worden, maar er moest heel wat voor gepresteerd worden. Velen hebben in die tijd te veel van hun lichaam gevergd en ondervinden daar blijvend nadeel van. Het is m.i. hiermede net zo gesteld als met de emigratie: Wie 't eerst gaat, spreidt dikwijls het bedje voor hen die volgen. Kunt U iets van de speciale moeilijkheden uit de eerste tijd vertellen Ja, wij werkten b.v. op de plaats waar nu het bedrijf van de Heer A. Hoogendoorn is. Komende van het "oude land", werd de fiets achtergelaten ter plaatse waar nu de Nieuwesluizerbrug is. Alvorens op het werk te arriveren, moest er eerst een fikse "wandeling" gemaakt worden door de "wegenloze" Meer. Wij oriënteerden ons op de voetafdrukken, gemaakt op vorige dagen. Per pont werden de waterwegen overgestoken en dan liep men met de baggerlaarzen aan "tsjoep - tsjoep" door de zuigende modder. Zo was men dikwijls reeds bezweet vóór men met het eigenlijke werk begon: Levendig herinnner ik mij nog de troosteloze aanblik van de grauwe polder, waarop in de herfst grote hoeveelheden blauwe zeeasters verschenen. Het stuiven van het zand nam soms zo'n omvang, dat Zij, die belangstelling heb ben voor het op 6 t.m. 9 September 1950, kunnen de pachtvoorwaar- den vernemen van de Heer I. H. A. E. HARSHAGEN, Terpstraat 6, Wieringerwerf. Kroniek no. 59, 19e jaargang, 2011/2 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2011 | | pagina 22