dat de pompen soms vastliepen. Zijn verblijf in Andijk duurde maar kort. Al gauw werd hij overgeplaatst naar de Wieringermeerdijk, die in aanbouw was. "Ik woonde toen op een bak met een opbouw. Hij lag voor anker op zo'n 500 meter van het werkeiland Oude Zeug. Van daaruit werd de dijk in twee richtingen aangelegd". Behalve Schimmel, woonden er nog drie man van de aannemer op de bak. "Je lag er van Werkeiland Oude Zeug 1929 God en mensen verlaten", vertelt hij. Anderhalf jaar bleef de bak zijn kinderen naar school bracht. De schipper was onderdak. Eén keer in de vier weken kon hij een Scheveningse visser die, aldus Schimmel, een lang weekend naar huis. Na die periode zo'n twee flessen jenever per dag dronk, "mocht ik van de ingenieur met mijn gezin "Hij trof het, want van de dames kreeg hij bij in Den Oever wonen". Elke morgen voer hij aankomst en vertrek een maagverwarmer, met de boot mee, die de polderjongens naar Dat waren er ongeveer 10 of 12.... 's Zaterdags de dijk bracht, 's Ochtends om 5 uur heen, en 's zondags mochten de polderjongens 's avonds om 6 uur terug. Om half acht was zich aan de wal verpozen. Ze gingen er per hij weer thuis.... "Daar moet je nou eens om boot heen. Als het slecht weer was kon komen!" die toch tekeer gaan! De polderjongens waren allemaal zeeziek. Hoe meer het schip Scheveningse visser tekeerging, hoe harder de schipper lachte. Hij Na enige tijd werd het werkeiland Oude was een uitstekend zeeman, wat wil je, een Zeug bewoond. Er kwamen directieketen, oud-zeeman...." een kantine voor geheelonthouders, een katholieke kerk, keten voor de "putbazen" - 1700 potjes bier de ploegbazen - met hun gezinnen en voor Hoewel er bier gedronken mocht worden de polderjongens. Twintig tot veertig man op het werkeiland, liep dat op een bepaald per keet. Oud-collega Schimmel kreeg ook moment de spuigaten uit. De vrouw van een woning op het eiland. Zijn vrouw zorgde een van de putbazen presteerde het in een voor de koffie van de directie en hield de Paasweekend 1700 potjes bier te verkopen! zaak schoon. De polderjongens waren bij Er kwamen protesten van de vrouwen van de de putbazen in de kost. Ook het wassen en polderjongens dat er te weinig geld naar huis herstellen van de kleding hoorde daarbij. Alles kwam. Daarop zette de ingenieur van het werk tegen betaling. Een keer per week gingen de de mannen op rantsoen: één krat pils per dag vrouwen van de putbazen naar Medemblik om voor twintig man. "We hebben in die tijd ook levensmiddelen in te slaan. Ze gingen met de Italianen op het werk gehad. Dat kwam zo: de boot van de MUZ (Maatschappij tot Uitvoering Nederlandse steenzetters verdienden f 130,- van Zuiderzeewerken), die ook elke dag de per week! Ze wilden meer. Nou, dan zullen wij Kroniek no. 59, 79e jaargang, 2011/2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2011 | | pagina 16