//VA
stropdassen van de jongens.
Toen droegen zy normaal geen stropdassen
naar school en kerk door de week. Vrouwen en
meisjes droegen altyd iets op hun hoofd als zij
in de kerk waren. Daarom die hoedjes.
Ja we aten inderdaad ons ontbyt (brood) in
het jeugdlokaal. Die werd dan ook op Zondag
gebruikt als uitleenbiblotheek waar meester
Burger achter de tafel stond om alles te
regelen.
Zaterdags werd het lokaal gebruikt voor de
welpen waar de zussen Ursem en Jannie Bruin
en ik Welpenleidsters waren.Ik wil ook graag
iets vertellen over mijn vroegere tijd in de
Wieringermeer.
Ikwas 2 jaar toen mijn ouders vanuit Zeeuws-
Vlaanderen in de Wieringermeer zijn gekomen
(1933) en met mijn zus Angela in Slootdorp
zijn gaan wonen. De huizen waren nog splinter
nieuw. Wij speelden vaak in het zand voor de deur waar het voetpad en de straatstenen
nog gelegd moesten worden. Ook speelden we met de kinderen Suykerbuyk die naast ons
woonden. Angela is nog in contact met Bep en ik met Jan die in New Zealand woont. Wij
haalden boodschappen in het winkeltje van Mevrouw Meeuwsen. Ik kan haar nog goed
herinneren als een klein vrouwtje met haar haar in een dotje. Er was ook een schoenmaker,
zadel maker genoemd Van Wijck naast het hotel. Ook een zaak die meubelen en gordijnenstof
verkocht.
Er was nog geen R.K. kerk en de Mis werd een keer in de week opgedragen door Pastoor
Braaksma, bij een van de parochianen thuis in de kamer. Er waren toen nog maar weinig
parochianen. De mis was dan bij ons of de Famillie Roosendaal; later is de fam Roosendaal
naar Canada vertrokken. Roosendaal was een olie en kolenboer. Nadat de kerk gebouwd was
gingen we met Moeder een keer in de week mee om de kerk schoon te maken. Bij die tijd
was er ook broertje Jan bijgekomen en speelden we op het altaar. Angela ging naar school bij
juffrouw van Harlingen. Ik was nog te jong voor school. Na verschillende jaren in Slootdorp
gewoond te hebben zijn we naar Wieringerwerf verhuisd. Ook de Fam. Suykerbuyk. We
hebben daar gewoond totdat we op de boerderij aan de Zeugweg kwamen.
Vandaar ben ik in 1953 naar Australië geëmigreerd en woon ik Perth Western Australië. Mijn
man Sjef en ik hebben vier kinderen die allemaal in de buurt wonen. Drie jongens en een
meisje. Echte Australiërs die nog vrij goed Hollands kunnen spreken ofschoon met een dik
accent. Wij hebben ook dertien kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen. Gelukkig zijn wij
allebij goed gezond. Gegroet en bedankt voor de zo keurig in elkaar gezette kroniek waar ik
erg van de verhalen geniet. Ook mijn hartelijke groeten aan al degenen die mij nog herinneren
gedurende de tijd dat ik nog in de Polder woonde.
Ik ben geabonneerd op uw blad via Annie Munter-de Caluwé, Poststraat 6 Middenmeer.
39
Kroniek no. 58, 19e jaargang, 2011/1