warmgestookt en voor twee wagens met
machineonderdelen gezet. De auto-trekker met
een sleepkabel erachter en broer Aldert achter
het stuur. Vertrek 8.30 uur en 12 uur later bij
Dam aan de Waardweg waar overnacht wordt.
Doordeweeks zal dit voorlopig het kostadres
zijn. Vrijdags met de trein van Hoogkarspel naar
Enkhuizen, met de boot over naar Stavoren,
verder met de trein naar Groningen en dan nog
met de bus naar Leens: kosten fl 7,60.
Er wordt begonnen met ploegen. Het erf wordt
opgeruimd: puin op een hoop en rooien van
de dode bomen en struiken met behulp van
de Lanz. Van de stammen van de populieren
wordt een blokhut gemaakt, voor de koe en het
varken. Vanaf 23 februari rijdt ook P.van Oosten
(Robbenoordweg, J10) regelmatig mee naar
Groningen, hij woont nl. in Wehe, vlak bij Leens.
Rond 1 maart is het te koud en ook te nat om
te ploegen. Een sneeuwstorm zorgt voor hoge
sneeuwduinen bij De Haukes. De Afsluitdijk
is erg glad en ze komen pas laat in Leens aan.
Enkele dagen erna wordt met strobalen de
paardenstal dichtgemaakt. De betonnen zolder
en een stuk buitenmuur staan nog overeind.
Ook de staldeur is nog intact. De maand maart
wordt verder gebruikt om te ploegen, zaaien en
kunstmest strooien. Ook wordt de noodwoning
van de familie Dam verplaatst voor Gijs de Bruin
en zijn vrouw. Vanaf 30 maart zijn 3 man bezig
de sloten uit de diepen. Tot 16 april zijn ze daar
mee bezig; de baggerwallen moeten ze daarna
zelf verspreiden.
Op 24 april gaat Kwant met de Deutz-trekker
en twee wagens met dorsmachine-onderdelen
naar de fabriek in Appingedam. Haverkamp
gaat mee en neemt op de terugweg zaken
zoals de maaimachine, werkbankkasten en de
fietsen mee. Thuis in de Wieringermeer zijn ze
ondertussen bezig met de fundamenten voor de
toekomstige noodwoning. In het weekend rijden
Kwant en Van Oosten steeds mee naar Wehe
en Leens en ook anderen maken soms van die
gelegenheid gebruik: het treinverkeer was in die
tijd niet overal op orde.
In mei wordt veel klaver gezaaid; de autokar
wordt na goede diensten verkocht; de Beurs
in Winkel wordt steeds bezocht; de gassloot
wordt op diepte gebracht en er wordt zo'n 70
meter gasbuis aangeschaft. Als de noodwoning
staat wordt er nog een boetje aangebouwd
van 2,5 bij 2 m, met een golfplaten dak van
wat eens het kippenhok was en met wat tegels
als vloerbedekking: goed voor de overalls, de
laarzen en de wasmachine.
Eind mei worden de bieten op enen gezet
door enkele mannen uit Den Helder. De
arbeidsvoorziening in deze tijd is nog slecht. In
de dorpen zijn voorlopig nog geen woningen.
De arbeiders worden met vrachtwagens met een
huif (een dekkleed) erover heen, naar en van
de polder vervoerd. Ook verschillende pachters
die voorlopig op het "oude land" blijven wonen,
gaan iedere dag met deze auto's heen en weer.
De "ophaalwagen" pikte je rond 5 uur half 6 op.
Broer Aldert woonde intussen al weer op zijn
boerderij in een houten noodwoning.
Op vrijdag 7 juni 1946 wordt de Boerenleenbank
in Middenmeer heropend in een noodgebouw.
De financiële zaken konden weer dichtbij huis
afgewikkeld worden en zo nu en dan kon contant
geld worden opgenomen. Soms wordt een
bezoek gebracht aan het gezin Egbert Oosterhof
die inmiddels in een woning bij het Jodenkamp
woont. Van Oosten gaat nog steeds mee naar
Wehe en Leens. Op de terugweg op dinsdag 11
juni (na het Pinksterweekend) gaan ze van de
noordzijde de Noorderdijkweg op om bij het Gat
van de Dijk te kijken: ze zien de fundamenten
van de boerderij van Bierma in de dijkgaten en
de kavels vlakbij overspoeld door zand. Aan de
buitenzijde ligt inmiddels de nieuwe dijk.
Het is de tijd voor wiedwerk in bieten en graan.
Er wordt een kippenhokgemaakt. Sloot- en
walkanten worden gemaaid en het opnieuw
ingezaaide weitje bij de boerderij levert hooi op.
Bij Medemblik is gelegenheid om aangespoeld
materiaal van de onderwaterzettingaan te kopen:
op 27 juni is daar boeldag. Ook bronnenboorder
De Lange is begonnen met zijn werk om de
gasbron te herstellen. In de noodwoning wordt
aan de watervoorziening gewerkt.
Op maandag 1 juli rijden Van Oosten en
Haverkamp voor het laatst met z'n tweeën naar
de Wieringermeer. Twintig keer hebben ze de
rit gemaakt en onderweg heel wat afgepraat.
Die week wordt het hooi op ruiters gezet;
de gasketels worden opgeknapt en weer
teruggezet en tientallen meters gasleiding
gelegd. De betonnen vloer in de noodwoning
wordt belegd met hardboard, het zeil gelegd,
en het gasfornuis geplaatst. De ramen rondom
worden schoongemaakt; het is vrijdag 5 juli:
de noodwoning is klaar voor gebruik. Nog één
33
Kroniek no. 57, 18e jaargang, 2010/3