De laatste rentmeester
Durk Dooper werd geboren als vierde kind in
een rooms-katholiek gezin van 11 kinderen.
Vader Dooper had in die tijd een veehouderij in
Gaasterland, Friesland. Als een van de kinderen
die wel goed leren kon, mocht hij doorleren.
Zijn grote passie was 'boer worden'! Via diverse
scholen kwam hij uiteindelijk op de Landbouw
Hogeschool te Wageningen terecht en is daar
afgestudeerd. Omdat het gezin aardig groot was,
waren er genoeg 'hulpjes' op het bedrijf en voor
Durk was er geen plaats. Vader Dooper zag de
Noordoostpolder, die vlak naast Gaasterland lag,
als een 'boerenhemel' met zijn rechte en strakke
landerijen. Gaasterland was hoekig en de grond
vaak op grote afstand van de boerderij. Durk
heeft deze gedachtegang van zijn vader nooit
vergeten. Durk begon zijn ambtelijke carrière
bij de dienst der Domeinen, bij het rentambt
NOP. Daarvoor heeft hij samen met zijn broer
een entrainement (trainingscentrum voor de
harddraverij) gerund. Met de Wieringermeer was
Durk al in zijn Hogere Landbouw Schooltijd, in
1966, in aanraking gekomen. Hij liep bij een boer
aan het Wagenpad stage. "Het was een totaal
andere sfeer dan ik gewend was. Thuis was er
meer reuring en gezelligheid. In diezelfde zomer
kreeg ik een baantje via het loonbedrijf Van
der Meer uit Makkum als zakkenbinder op een
combine in de Wieringermeer. Wat mij toen opviel
waren de standsverschillen: de grote boeren
in het zuiden en de kleinere in het noorden.
De grote boeren daar kon je nooit koffie of iets
dergelijks verwachten maar bij de kleinere juist
wel". In 1980 kwam hij bij de dienst Domeinen in
de NOP terecht. Hij was daar onder rentmeester
Schuiringa een soort rentmeester in opleiding.
Daarna kwam hij bij het rentambt Oostelijk
Flevoland als beleidsmedewerker, een soort
vliegende kiep, voor allerlei zaken. Vervolgens
werd hij toegevoegd inspecteur bij de inspectie
Meppel. Daar kon hij toen solliciteren op de baan
rentmeester /dijkgraaf in de Wieringermeer en is
aangenomen per 1 januari 1989. Zijn introductie
als rentmeester dijkgraaf viel samen met het
afscheid van de heer Sybrandy. Dit ging nog met
de nodige stijl en plechtigheid gepaard want
het ging tenslotte om een positie die die van
de burgemeester in de Wieringermeer naar 'de
kroon steeg'. De heer Sybrandy kreeg bijv. een
hoger lintje dan de toenmalige burgemeester
en dat lag bij de toenmalige burgervader nogal
gevoelig. "Mijn kinderen zijn ook wel eens mee
25
Kroniek no. 57, 18e jaargang, 2010/3