"Vragen Staat vrij II": de antwoorden
1. De Wieringermeer moeten we uiteraard wel
tot de kop van Noord-Holland rekenen, maar
niettot West-Friesland (antw.b), dat omsloten
wordt door de West-Friese Omringdijk, die
globaal ligt tussen Schagen, Medemblijk,
Hoorn, Alkmaar en terug naar Schagen
2. Wesprekenvaneenpolderwanneerdezedoor
een (zee)dijk (antw.c) wordt afgeschermd
van externe invloeden; in het geval van de
Wieringermeer van het IJsselmeerwater
(toen nog Zuiderzee); een droogmakerij is
van oorsprong altijd een meer
3. De aardappel is familie van de tomaat
(antw.a). Het grote verschil is dat de eetbare
delen van de aardappelplant (de knol) zich
onder de grond bevinden en die van de
tomaat bovengronds
4. De eigen voedselvoorziening (antw.b) was
de belangrijkste reden voor de drooglegging
van de Wieringermeer
5. Tarwe (antw.c) en dan met name wintertarwe
werd in de Wieringermeer het meest geteeld
6. Twee kaptaalkrachtige boeren in de Groningse
polder Zuurdijk (antw.c) zijn begonnen met
zaaien op regels. Het plukken van onkruid
werd hierdoor gemakkelijker, omdat dit
tussen de regels kon worden neergelegd
en eventueel verwijderd. Ook door wieden
en schoffelen kon het onkruid nu beter
bestreden worden. Dit systeem vond weldra
alom met succes navolging.
7. Het Vikingwoord "thorp" of "thorpe"dat hier
tussen 600-1000 is terechtgekomen betekent
zoveel als woonplaats of dorp (antw.b)
8. Een eergetouw (zie foto) was de verre
voorganger van de ploeg (antw.a), overigens
al bekend vanaf de prehistorie. In de vroege
middeleeuwen trokken de boeren zelf de
ploeg en omtrent het jaar 800 werden ossen
gebruiktvoorheteergetouwofdeschuifploeg.
Het was een primitief houten instrument dat
de grond slechts licht omwoelde; de boer
moest op de ploeg drukken om de grond
enigszins opengereten te krijgen. Vanaf ca.
1200 deed het paard zijn intrede en in de loop
der tijden werd de ploeg steeds verbeterd tot
wat het nu geworden is.
9. De meeste katholieke boeren waren
aangesloten bij de L.T.B. en hun protestantse
collega's bij de C.B.T.B. Anderen waren
veelal lid van de Hollandse Maatschappij
van Landbouw en dus niet bij de Mij. van
Hollandse Landbouw (antw.c). Een instinkerig
vraagje, waarvoor excuus.
10. Wanneer een inwoner van Vlieland of
Terschelling (antw.b) voor de rechtbank in
Alkmaar werd gedaagd moest deze persoon
eerst met de boot naar het Friese vasteland,
vervolgens helemaal naar Stavoren
reizen, dan weer per boot oversteken naar
Enkhuizen en vandaaruit Alkmaar zien te
bereiken. Een mijl op zeven kunnen we dat
noemen. Ik beschouw het maar als een een
van de zeer weinig goede maatregelen van de
Duitse bezetter ten gunste van de inwoners
van genoemde twee Waddeneilanden: ze in
1941 bij Friesland voegen.
Ben Dotema
-
Kroniek no. 55, 18e jaargang, 2010/1