17 april 1945
De Wieringermeer, de zee ontworsteld,
doorploegd, doorgraven en ontzilt.
Door noeste arbeid van pioniers
de Zuiderzee tot meer verstild.
En binnendijks de strakke kavels
bewerkt, beplant, gezaaid het goede zaad.
De voorraadschuur in crisistijd:
't beloofde land van Neêrlands Staat.
Van heind' en ver vond men hier woon
en werk; gemeenschap werd gebouwd.
De aarde vruchtbaar en royaal:
een toekomst was! En heel vertrouwd.
Plots donkere dagen: oorlog en geweld,
verraad, verdrukt, ons mooie land bezet.
Schuilplaats: onderduikers veel,
razzia's en pesterij, gelukkig, ook verzet.
544